De effecten van prijsprikkels

Er zijn weinig bereikbaarheidsplannen die tot zoveel emoties leiden als die voor beprijzen. De plannen hebben het tot nu toe dan ook niet gehaald – geen kabinet wil er z’n handen aan branden. Maar als we puur naar de effecten kijken? Zijn prijsprikkels dan wel of niet interessant? Het KiM deed een literatuurscan.

 

 

De webpublicatie Effecten van prijsprikkels in de mobiliteit: een literatuurscan van het Kennisinstituut voor Mobiliteit (KiM) beslaat álle modaliteiten, van fiets tot vliegtuig. Als NM Magazine zijn we natuurlijk vooral geïnteresseerd in de auto. Wat zijn voor die categorie de conclusies?

> Stedelijke cordonheffing
Deze maatregel betreft cordon- of verblijfsheffingen voor het autorijden in (binnen)steden. Eén interessante variant is de tijdafhankelijke heffing: alleen tijdens bepaalde uren wordt het gebied ‘beprijsd’. Deze maatregel loopt al enkele jaren in steden als Londen, Stockholm, Göteborg en Singapore. Studies over Londen wijzen uit dat het autoverkeer binnen het heffingsgebied in het eerste jaar na de invoering met 12% afnam. Daarna leek de effectiviteit af te nemen. De effecten op de luchtkwaliteit in het centrum waren beperkt.
In Stockholm verminderde het aantal cordonpassages met 20% en dat effect lijkt ook stabiel. Schone voertuigen zijn aanvankelijk vrijgesteld van betaling. Dit heeft de verkoop van die voertuigen positief beïnvloed.

> Landelijke kilometerheffing personenauto’s
Uit modelstudies en vragenlijstonderzoeken blijkt dat de effecten van een landelijke kilometerheffing groot zijn: een heffing van 0,07 euro/km op alle wegen in Nederland leidt tot een afname van 12-14% van de autokilometers, goed voor een afname in voertuigverliesuren van rond de 20%. Het milieu vaart er wel bij: minder kilometers betekent ook minder uitstoot van milieubelastende stoffen.

> Congestieheffing
Ook een congestieheffing van 0,11 euro/km op alleen filegevoelige trajecten tikt lekker aan: het aantal voertuigverliesuren zakt met 10%. Dat is minder dan de 20% van de landelijke kilometerheffing, maar daar staat tegenover dat het aantal autokilometers nu nauwelijks afneemt, maximaal 1%. De congestieheffing bestrijdt dus vooral files en niet het autogebruik als zodanig. Het gevolg is dat congestieheffing weinig tot geen milieueffect heeft.

> Spitsmijden
Bij deze aanpak krijgen automobilisten een beloning – geld of een andere vergoeding – als ze de spits mijden. De projecten zijn meestal lokaal en tijdelijk, georganiseerd rond bijvoorbeeld grootschalige wegwerkzaamheden. Gemiddeld blijken de deelnemers 40% minder spitsritten rijden, veelal door vroeger of later te vertrekken.
Een nadeel van spitsmijden is dat het niet gratis is. Het vergt een alternatieve belasting om het te kunnen financieren.
Een interessante variant zijn de ‘verhandelbare spitsrechten’. Daarbij kunnen automobilisten op een onlinemarkt zelf bepalen hoeveel ze ervoor over hebben om (zonder file) in de spits te rijden.
De milieubaten van spitsmijden zijn beperkt.

> Woon-werkvergoeding
Een vreemde eend in de bijt, maar wel een effectieve. Werkgevers mogen werknemers een onbelaste vergoeding van maximaal 0,19 euro/km geven. Afschaffing van deze woon-werkvergoeding leidt tot een reductie van het aantal autokilometers van 3-4%, terwijl de congestie 12-19% afneemt. Als bonus leidt deze maatregel tot een 2,5% lagere CO2-uitstoot van het personenautopark.

Acceptatie
De lijst onderzochte automaatregelen is langer, maar de bovenstaande zijn de effectiefste. Puur rationeel gezien is een aanpak met prijsprikkels een logische – en gezien de grote bereikbaarheidsuitdagingen en de nóg grotere milieuopgaven misschien wel een essentiële. Maar hoe ooit de publieke opinie mee te krijgen? Het rapport geeft een aantal tips. 1) Compenseer automobilisten voor de negatieve effecten van prijsbeleid. 2) Voer een rechtvaardig beleid in, gericht op het beschermen van de natuur, het milieu en toekomstige generaties en op een gelijke behandeling van individuen. 3) Benadruk de positieve effecten. Dat laatste communicatiepuntje lijkt een eerste vereiste om de prijsprikkel überhaupt nog op (de politieke) tafel te krijgen.