DVM-Exchange laat wegen communiceren

Hoe laten we systemen voor dynamisch verkeersmanagement (DVM) beter en zelfstandig met elkaar communiceren? Dat is de gedachte achter DVM-Exchange, een nieuwe, open standaard voor netwerkmanagement. DVM-Exchange biedt eigenlijk alleen maar voordelen, zeggen de initiatiefnemers van TU Delft, Trinité en Vialis.

Efficiënt en goed netwerkmanagement vraagt om intensieve samenwerking tussen gemeenten, provincies, Rijkswaterstaat en andere belanghebbenden. De hele regio heeft immers baat bij veilig verkeer, goede doorstroming en leefbaarheid. Maar om die samenwerking op het gebied van netwerkmanagement goed te laten verlopen, is het wel belangrijk dat niet alleen de wegbeheerders zelf met elkaar communiceren, maar ook de achterliggende netwerksystemen.

Struikelblok
Een van de struikelblokken bij netwerkmanagement is nu juist dat deze informatie- en regelsystemen onderling níet goed communiceren. De meeste systemen passen alleen binnen de standaard van de betreffende leverancier. Met andere woorden: een verkeersregelinstallatie (VRI) van de ene wegbeheerder, communiceert niet automatisch met een VRI of toeritdoseerinstallatie (TDI) van de andere wegbeheerder.
Samen met andere partijen hebben TU Delft, Trinité en Vialis hard gewerkt aan een antwoord op dit probleem. Het resultaat is nu bijna gereed voor de introductie: DVM-Exchange, een standaard interface voor netwerkmanagementsystemen.

Voorwaarden voor succes
DVM-Exchange maakt het mogelijk om verschillende systemen van verschillende leveranciers en wegbeheerders integraal aan te sturen en zelfstandig te laten communiceren. Om succes te hebben, zal de nieuwe interface echter aan een aantal voorwaarden moeten voldoen. Zo moet de standaard duidelijke operationele voordelen hebben. Frans op de Beek, senior adviseur Verkeersmanagement bij Rijkswaterstaat, ziet er genoeg. “Wegbeheerders werken steeds meer samen om verkeersmanagement op het gehele netwerk mogelijk te maken. Daarbij is het belangrijk dat ze informatie en maatregelen kunnen uitwisselen, bijvoorbeeld tussen verkeerscentrales. En dat is precies waar DVM-Exchange op inspeelt: communicatie op verkeerskundig niveau, dus onafhankelijk van de achterliggende DVM-systemen.”
Rijkswaterstaat-collega Antoine de Kort, strategisch adviseur Data-ICT-Dienst, sluit zich daarbij aan. “DVM-Exchange maakt het mogelijk dat wegdelen met elkaar communiceren. Zo kunnen ze grotendeels zelfstandig zorgen voor een optimale doorstroming van het verkeer, zonder ingrijpen van buitenaf. Dat zal de effectiviteit van verkeersmanagement aanzienlijk vergroten.”

Beperkte adoptiekosten
Een tweede succesvoorwaarde voor DVM-Exchange zijn de kosten om een nieuwe standaard toe te passen. Deze zogenoemde adoptiekosten zijn sterk afhankelijk van de mate waarin een nieuw systeem kan worden ingepast in de bestaande systeemomgeving.
Rien Borhem, beleidsmedewerker bij de gemeente Amsterdam, licht dat toe aan de hand van een voorbeeld. “Het project FileProof is opgezet om de doorstroming rond Amsterdam te verbeteren. Daarbij zijn meerdere centrale managementsystemen aan elkaar gekoppeld. Zo wordt het Centraal Verkeersregelinstallatie Management Systeem van Rijkswaterstaat gebruikt om de standen van TDI’s te wijzigen. De interface tussen deze twee systemen is nu opgesteld op maatregelniveau. Met DVM-Exchange zou de interface kunnen worden opgewaardeerd naar een standaard serviceaanroep, bijvoorbeeld om de uitstroom vanuit een wegvak te beperken. Dat zou heel wat tijd en geld hebben bespaard.”

Open en toekomstvast
De eerste twee succesvoorwaarden voor DVM-Exchange zijn de operationele voordelen en de beperkte adoptiekosten. Een derde voorwaarde is dat de standaard zodanig open moet zijn dat het mogelijk is om systemen van verschillende leveranciers door elkaar te gebruiken. Dat vraagt een organisatorische en juridische basis.
De initiatiefnemers van DVM-Exchange hebben daarom gezocht naar een laagdrempelig beheermodel dat toegankelijk is voor zowel leveranciers als opdrachtgevers. Dat stimuleert innovatie en concurrentie op de markt en leidt tot aansluiting bij internationale normen voor intelligente transportsystemen (ITS).
Verkeerstechnologische oplossingen volgen elkaar in hoog tempo op. Een vierde voorwaarde voor succes is dan ook dat de nieuwe standaard in de toekomst voor alle partijen toegankelijk blijft. Er zal een praktische oplossing moeten komen om de beheerkosten op een efficiënte manier te verdelen. Daarnaast moet er een garantie zijn dat aanpassingen en aanvullingen op de standaard openbaar worden gemaakt. Dat voorkomt dat er opnieuw een gesloten interface ontstaat. DVM-Exchange zou daarvoor onder de regie moeten komen van een onafhankelijke partij. Waarschijnlijk zal dat Connekt zijn, het overkoepelende netwerk van alle betrokken partijen.

Commercieel interessant
De vijfde en laatste voorwaarde om DVM-Exchange te laten slagen, is dat het ook voor leveranciers interessant moet zijn om mee te doen. Zij hebben immers primair belang bij een grote, dynamische markt waarop ze zich met hun producten kunnen onderscheiden. DVM-Exchange draagt daaraan bij: een open standaard leidt tot meer concurrentie, innovatie en uiteindelijk groei op de markt van leveranciers van DVM-systemen.
Ook als het gaat om de kosten, biedt DVM-Exchange de leveranciers voordelen. Interfaces hoeven maar één keer te worden ontwikkeld en dat kan veel kosten besparen tijdens de uitvoering. Tot slot kan een succesvolle standaard ook bijdragen aan een interessante exportmarkt.

Breed draagvlak
DVM-Exchange heeft operationele voordelen en beperkte adoptiekosten, is open en toekomstvast en biedt veel voordelen voor zowel netwerkbeheerders als leveranciers. Daarmee is DVM-Exchange klaar voor het netwerkmanagement van de toekomst.
Dat blijkt ook uit het brede draagvlak onder alle betrokkenen. Naast de initiatiefnemers TU Delft, Vialis en Trinité, hebben zeven andere partijen zich aangesloten bij DVM-Exchange: Siemens, Grontmij, Goudappel Coffeng, Rijkswaterstaat, Gemeente Amsterdam, Stadsregio Arnhem-Nijmegen, Beter Bereikbaar Zuidoost-Brabant.

Intertraffic
Een eerste versie van DVM-Exchange is te zien tijdens Intertraffic Amsterdam 2012, van 27 tot en met 30 maart in de RAI. De standaard zal dan ook worden gedemonstreerd: systemen van verschillende leveranciers zullen op basis van DVM-Exchange commando’s uitwisselen

De auteurs
Rudi Lagerweij is manager Strategie en Business Development bij Vialis.
Frank Ottenhof is CEO en Nathalie van Putten marketeer van Trinité Automation.
Jos Vrancken is universitair docent bij de TU Delft