Het vakgebied spreekt

We zeiden het al: tien jaar NM Magazine is een mooi moment voor reflectie. En waarom zouden we zelf aan het reflecteren slaan, als we zoveel partners met even zovele invalshoeken hebben die voor ons kunnen terugblikken en vooruitkijken? Daarom in dit artikel herinneringen, meningen, ideeën en visies over tien jaar netwerkmanagement en over wat nog komen gaat.

 

Jan Linssen, directeur ARS T&TT

“Keuzes maken en kansrijke oplossingen grootschalig uitrollen”

Jan Linssen
“Technologie heeft de afgelopen tien jaar een enorme opmars gemaakt in de wereld van verkeer en vervoer. Iedere keer blijkt er weer meer mogelijk dan de mensen uit het veld vermoedden. Maar door die aanhoudende verandering en innovatie lijken we het steeds moeilijker te vinden om duidelijke keuzes te maken. Onze strategisch horizon is al lang geen vijf tot tien jaar meer, maar hooguit twee tot drie jaar!
Daar moeten we echt vanaf als we onze koppositie in Europa willen behouden. Voor excuses als ‘éérst nog een nieuwe studie doen’ hebben we geen tijd. Laten we keuzes maken en kansrijke oplossingen (die zie ik genoeg in het veld) grootschalig uitrollen. Wat dat betreft moeten we een beetje Amerikaans leren denken: niet afwachten, maar just do it!
Mijn advies is om daarbij vooral de verbinding te zoeken tussen de verschillende domeinen. Stedelijk en interstedelijk verkeersmanagement, verkeersmanagement en verkeersinformatie, handhaving en verkeersmanagement, in-car en wegkant, woon-werkverkeer en logistiek – het zijn geen onafhankelijke grootheden, maar het heeft allemaal met elkaar te maken. We moeten dus gaan voor integrale oplossingen. Let’s do it!

 

Lieke Berghout, programmamanager BEREIK!

“Onze focus was nog erg technisch”

 
Lieke Berghout
“Road side radars, floating car data, real-time verkeersmanagement – nog maar tien jaar geleden was dit hot in het nieuwe ‘verkeersmanagementdenken’ bij de provincie Zuid-Holland. Wat een feest om wat presentaties uit die tijd te vinden in de vergeten archieven op mijn pc. Leuk om te zien dat we nog maar aan het begin stonden, maar vooral ook leuk dat het behoorlijk gelukt is om het allemaal voor elkaar te krijgen.
Plannen rond intelligente verkeerslichten hadden we toen trouwens ook, al heetten die nog geen C-ITS use cases, maar Tovergroen, ODYSA en KAR. Die systemen zijn destijds op een aantal plekken geïntroduceerd, maar toen bleek ook dat slimme maatregelen niet altijd en overal voor een beter resultaat zorgen. Ik ben erg nieuwsgierig of de techniek van tien jaar later deze oplossingen in een nieuw en beter jasje kan steken.
Terugkijkend valt ook op dat onze focus erg technisch was. We realiseerden ons bijvoorbeeld niet dat een goede operationele samenwerkingsorganisatie onontbeerlijk is – daar kwam pas een jaar of vier later aandacht voor. Ook beheer kreeg weinig aandacht. (En eerlijk gezegd: dat is nog steeds een zorgenkind.)
Vandaag zag ik een testapplicatie waarin allerlei databronnen worden gecombineerd en er een uur vooruit wordt gekeken. Als het ons in de komende jaren lukt om alle informatie goed te verknopen, dan kijk ik in 2026 vast weer tevreden terug op onze plannen voor 2016!”

 

Bo Boormans, directeur DTV Consultants

“Sommige ideeën hebben een tweede kans nodig”

 
Bo Boormans
“Daar stond ik dan: op een podium, te midden van negen kandidaten voor de eerste Van A naar Beter-prijs. Het was 2006 en minister Peijs zou nu snel de winnaar bekend maken. Ik vertegenwoordigde DTV Consultants, genomineerd met het groene-golfsysteem ODYSA.
Die nominatie was op z’n minst opmerkelijk. Het concept van de groene golf met snelheidsadvisering dateerde nota bene uit de jaren zestig. ‘Groene trechter’ heette het toen. In de jaren zeventig is het op meerdere plaatsen toegepast, maar vanwege een niet-toereikende techniek later weer verwijderd.
Ik heb jarenlang het principe aan cursisten uitgelegd. En langzaamaan ontstond het inzicht dat niet het reguleren van de snelheid het doel was, maar maatschappelijke doelen als betrouwbare reistijd, rijcomfort en uitstootreductie. In 2001 bleek de provincie Noord-Brabant geïnteresseerd en hebben we met moderne technische middelen ODYSA ontwikkeld. Nogal sceptisch ontvangen door verkeersregeltechnici, maar bejubeld door de jury, hoorde ik de minister tegen de zaal zeggen.
Op het podium zat ik toen al met mijn gedachten bij het vervolg op ODYSA. Het systeem met de matrixborden zag ik zelf als iets tijdelijks. ODYSA zou pas werkelijk een succes worden, als de eigenzinnige autobestuurder vervangen wordt door de automatisch rijdende auto. En kijk, we zijn krap tien jaar verder en het ís bijna zover: automatisch rijden is technisch mogelijk – en stoploos verkeerslichten passeren is nog maar één van de vele nieuwe mogelijkheden die dat biedt.
De eerste Van A naar Beter-prijs heb ik trots in ontvangst genomen. Leerpunt voor het vakgebied toen: sommige ideeën hebben een tweede kans nodig!”

 

Jos van Kleef, algemeen directeur Goudappel Groep

“Geen ‘uurtje factuurtje’-model maar diensten leveren”

Jos van Kleef
“Het vakgebied is de laatste jaren in hoog tempo aan het veranderen. Dat maakt het lastig om je aan voorspellingen te wagen. ‘Wanneer kunnen we wegkantsystemen vervangen door in-car systemen? Wordt het coöperatieve systeem een succes? Vanaf welk jaar rijdt ook Jan Modaal in een automatische auto?’ Mijn antwoord zou steeds hetzelfde zijn: geen idee! De ene innovatie hangt lang boven de markt en wil maar niet landen, terwijl de andere voor je het weet gemeengoed is.
Eén ding is wel duidelijk: de komende jaren komt er méér informatie en méér intelligentie in de auto – en dat zal de efficiëntie van de verkeerafwikkeling bevorderen en de veiligheid van het systeem verhogen. Een andere zekerheid is dat de manier waarop overheid en markt samenwerken, fors zal veranderen. Het besef dat publiek en privaat gezamenlijk verantwoordelijk zijn, begon een jaar of tien geleden door te dringen. In de komende tien jaar zal die ontwikkeling vaste vorm krijgen. Voor een bureau als Goudappel betekent dit dat we steeds meer diensten gaan leveren: producten maken volgens het ‘uurtje factuurtje’-model is op z’n retour. Dat bevalt ons gelukkig prima. We werken graag in een ecosysteem met slimme bedrijven en slimme wegbeheerders om slimme oplossingen te maken!
En over samenwerken gesproken: dat tien jaar geleden enkele enthousiastelingen het blad NM Magazine hebben opgericht, getuigt van een toekomstgerichte blik. Dat het blad al tien jaar voorziet in informatie-uitwisseling voor de vakwereld en wegbeheerders, en tegelijkertijd de verbinding legt naar bestuurders, is een prestatie van formaat!”

 

Frits Brouwer, directeur NDW

“Er zullen straks minder verkeersgegevens algemeen beschikbaar zijn”

 
Frits Brouwer
“Ik denk dat iedereen het erover eens is dat je de doorstroming op de weg alleen kunt optimaliseren met een combinatie van verkeersmanagement én verkeersinformatie. Voordat NDW bestond, was het voor serviceproviders als ANWB en VID een crime om de relevante verkeersgegevens bij alle wegbeheerders op te halen. Maar als NDW borgen we nu een continue stroom verkeersgegevens over 7000 kilometer van de belangrijkste Nederlandse wegen. In Europa is er geen enkele instelling die qua open-data-aanpak en één-loket-gedachte NDW evenaart. Een mooi resultaat om op terug te kijken!
Maar nu dan het vooruitkijken. Het lijdt geen twijfel dat de hoeveelheid wegkantgebonden meetlocaties van de publieke wegbeheerders zal afnemen. Overheden moeten bezuinigen en verkeersgegevens, meest floating car data, zijn ook gewoon via bedrijven als Be-Mobile, TomTom en INRIX beschikbaar. Overheden zullen steeds meer van deze floating car data inkopen. Dat is kostenefficiënt, maar de vraag is of deze data ook als ópen data beschikbaar komen: licentievoorwaarden zouden dit wel eens kunnen verhinderen.
Het effect is dan dat er netto minder wegverkeersgegevens algemeen beschikbaar komen. Voor actuele verkeersinformatie is dat wellicht nog te accepteren gegeven andere aanbieders op de markt, maar vergeet niet dat ook de historische database – die gebruikt wordt voor onderzoek en beleidsondersteuning – steeds onvollediger zal worden. Hoe gaan we daarmee om? Verzinnen we hier als overheid en markt samen een mooie oplossing voor? Of moeten we leren roeien met de datariemen die we overhouden? Ik ben benieuwd hoe we hierop over tien jaar terugblikken in NM Magazine…”

 

Bart Humblet, hoofd adviesgroep Mobiliteit Royal HaskoningDHV

“Verandertraject naar zelfrijdend verkeer boeiend maar complex”

 
Bart Humblet
“De auto-industrie werkt hard aan de zelfrijdende auto. Toch zullen de echte systeemsprongen op dit vlak van buiten de traditionele vervoerswereld komen, verwacht ik. Verzekeraars, banken, ict-bedrijven: hun belang bij de thema’s veilig en duurzaam vervoer is al groot en zal alleen maar groter worden. Verzekeraars bekijken bijvoorbeeld of rijtaakondersteunende systemen als lane assist en adaptive cruise control de veiligheid vergroten, en dus de kans op schade verkleinen. Voor banken is het investeren in binnenstedelijke parkeergarages op termijn wellicht minder lucratief als autobezit meer wordt gedeeld en zeker als auto’s zelfrijdend buiten de stad een plek vinden. Investeren in bijvoorbeeld de energiedragers van elektrische auto’s (en fietsen) zou dan wel eens veel interessanter kunnen worden! En dit alles is alleen mogelijk omdat we steeds meer op slimme en snelle ict leunen.
Een interessant toekomstplaatje, maar de weg ernaartoe is niet eenvoudig. In de overgangsfase moeten automobilisten, rijopleiders en weg- en wagenparkbeheerders omgaan met meer rijtaakondersteunende middelen in de auto, slimmere verkeerslichten, adaptieve regelscenario’s en communicerende auto’s en fietsers. Wat betekent dit voor de oudere mobilist, de zichtbaarheid van de belijning op wegen, route-informatie langs de weg en de opleiding van nieuwe automobilisten?
Voor ons als Royal HaskoningDHV betekenen de ontwikkelingen dat we de rol oppakken van ‘transitieregisseur’. In het recente verleden hebben we dat ook gedaan, bijvoorbeeld bij het dynamiseren van verkeersmodellen en met de introductie van verkeerspsychologen in een technisch wereld. Nu doen we dat weer: partijen ondersteunen in het maken van de juiste keuzes in het boeiende maar complexe verandertraject naar zelfrijdend verkeer.”

 

Edwin Mein, domeinspecialist Mobiliteit Technolution

“De verkeersleider krijgt de rol van dirigent van het verkeersmanagementsysteem”

 
Edwin Mein
“Waar we met verkeersmanagement naartoe gaan? Eén heel belangrijke ontwikkeling is dat verkeersmanagementsystemen steeds slimmer worden. Het opstellen van regelscenario’s bijvoorbeeld was altijd puur handwerk. Met behulp van verkeersmanagementregels en -methodes moest je per scenario letterlijk talloze als-dan-scenario’s uitschrijven om alle mogelijke situaties rond een knelpunt te vatten. Dat leidt tot zeer omvangrijke documenten, die maar moeilijk te onderhouden zijn.
De laatste tijd zien we echter een verschuiving naar een meer geautomatiseerde aanpak van scenario’s. Een voorbeeld is de mede door ons ontwikkelde Regelaanpak, die begin 2015 door het LVMB is vastgesteld. De kennis van de specialisten wordt bij die methodiek als het ware in het verkeersmanagementsysteem geplaatst. Het systeem herkent automatisch de ‘kiemen’ van problemen die door verkeersdrukte ontstaan, waarna het op basis van de regelruimte voorstellen doet voor maatregelen.
Dit is natuurlijk nog maar het begin. Methodieken als de Regelaanpak zijn een oplossing voor reguliere situaties als ochtend- en avondspitsen. Voor wegwerkzaamheden, grote incidenten of evenementen is nog altijd een menselijke verkeersleider noodzakelijk. Maar de intelligente van verkeersmanagementsystemen zal steeds verder worden opgeschroefd: met behulp van voorspellende modellen zullen niet-reguliere situaties eenvoudiger inpasbaar worden. Voor de verkeersleider betekent dit, dat zijn rol langzaamaan verandert in die van dirigent van het systeem. Hij houdt een oogje in het zeil en stuurt bij als het systeem nog onvoldoende gerijpt is om zelfstandig de juiste keuze te maken.”

 

Robin van Haasteren, commercieel directeur bij Vialis

“We gaan van techniek naar oplossing en van product naar dienst”

 
Robin van Haasteren
“Terugkijkend naar tien jaar geleden en de veranderingen sindsdien denk ik dat we terug zijn bij de situatie dat overheid en markt elkaar nadrukkelijk opzoeken in de samenwerking – maar dan wel met inachtneming van de lessen uit het verleden. De samenwerking van nu is bijvoorbeeld veel transparanter en opener, zonder verborgen kliffen als een ‘vendor lock in’.
Sowieso zie je dat de behoefte van overheden (of meer algemeen: opdrachtgevers) verandert: men wil prestaties en totaaloplossingen. Het gaat niet meer sec om de levering van spullen, maar om het nakomen van prestatieafspraken. Van opdrachtnemer en opdrachtgever naar partner en ‘samen’. Van techniek naar oplossing en van product naar dienst.
Ik hoor en lees veel over ‘disruptive technology’. Dat kun je als bedreiging zien, of je kunt daar op inspelen. Tweehonderd jaar geleden reden we met paard en wagen en was de trein ook ‘disruptive’. Wat ik maar wil zeggen: als de markt verandert, moet je meebewegen. Het punt is wel dat er nog te weinig gebeurt in de branche. Alles wordt ‘smart’ en datagedreven en we hebben de mooiste ideeën hoe die nieuwe kansen te benutten. Maar we zijn ook nog op zoek naar geschikte terugverdienmodellen. Dat is logisch, maar misschien moeten we ook gewoon eens de stoute schoenen aantrekken. Wie is de eerste die zijn nek uitsteekt?”

 

Rob Althuisius, afdelingshoofd Mobiliteit bij Grontmij

“Doorontwikkeling van ITS en in-car systemen is bepalend”

Rob Althuisius
“Laat ik om te beginnen NM Magazine feliciteren met zijn tienjarig jubileum, een hele mijlpaal! Zelf hebben we ook wat te vieren dit jaar: we bestaan 100 jaar. Het geheim van een jubilaris is dat je je weet aan te passen aan veranderende omstandigheden. Dat is ons de afgelopen eeuw gelukt, en dat zie je ook bij NM Magazine: het is zich als vakblad blijven ontwikkelen in een veranderend werkveld en in een dynamische omgeving.
En dynamisch is onze omgeving zeker: de ontwikkelingen in ons vakgebied zijn snel gegaan de afgelopen tien jaar! Eén belangrijke mijlpaal was de introductie van de methodiek Gebiedsgericht Benutten, die de groei van verkeersmanagement naar netwerkmanagement inluidde. Samenwerking tussen wegbeheerders was daarbij cruciaal.
Die samenwerking is vandaag de dag nog steeds het toverwoord en dat zal het de komende tien jaar ook wel blijven: de markt wordt complexer en er is een groeiende behoefte aan topexpertise. Die twee moeten met elkaar verbonden worden. NM Magazine kan daarbij een belangrijke rol spelen door partijen op het gebied van netwerkmanagement samen te brengen.
Netwerkmanagement is in tien jaar tijd uitgegroeid tot een volwassen vakgebied. Dat is maar goed ook, want in het komende decennium staat ons nog veel meer te wachten. De doorontwikkeling van intelligente transportsystemen en in-car systemen zal hierbij bepalend zijn. We hebben eindelijk de mogelijkheid om de ambitie ‘van bouwen naar benutten’ écht vorm te geven – hoe mooi is dat!”

Jaap van Kooten, directeur Arane Adviseurs

“ITS biedt ongekende mogelijkheden voor netwerkbreed verkeersmanagement”

 
Jaap van Kooten
“Het is alweer tien jaar geleden dat de methodiek Gebiedsgericht Benutten werd afgerond, als onderdeel van de Architectuur voor Verkeersbeheersing. Er zijn toegankelijke werkboeken uitgebracht die wegbeheerders, adviseurs en bedrijfsleven handvatten bieden om vanuit een gemeenschappelijk beleidskader een netwerkbrede benuttingsaanpak en een daarvoor geschikt maatregelenpakket te ontwikkelen.
Of de methodiek gewerkt heeft? Absoluut! Gebiedsgericht Benutten heeft ons werkveld definitief veranderd. Een groot aantal regio’s heeft daadwerkelijk gezamenlijke programma’s opgesteld en tot uitvoering gebracht. Ook de aansturing van maatregelen vanuit de verkeerscentrales is op deze aanpak gebaseerd. Vijf jaar geleden heeft Arane trouwens een tactische component aan de methodiek toegevoegd om de brug naar netwerkbreed verkeersmanagement te slaan.
Op dit moment is de regionale aanpak ‘gewoon’ geworden en staat de ontwikkeling van het ITS-domein en de daarvoor benodigde transities (terecht) in de schijnwerpers. Maar laten we alsjeblieft niet vergeten dat de ITS-ontwikkeling ongekende mogelijkheden biedt voor júíst netwerkbreed verkeersmanagement. Omdat door de impact van ITS inzichten en uitgangspunten veranderen, is de methodiek wel hard aan een update toe. Daar moeten we nu maar eens werk van maken. Alleen met een Gebiedsgericht Benutten 2.0 kunnen we de nieuwe generatie sensoren en actuatoren op een verkeerskundig verantwoorde wijze inzetten.”

 

Rob Gremmee, directeur PAO Techniek en Management

“Ineens werd gedrag een factor van belang”

 
Rob Gremmee
“De stapel NM Magazines die we op kantoor hebben, geeft een mooi inkijkje in de recente geschiedenis van ons vakgebied. Wat vonden we in 2006 of 2007 belangrijk en actueel? Pak het betreffende jaargang erbij en je weet het! Leuk is ook dat die thema’s die in NM Magazine voorbijkomen, goed in de pas lopen met onze cursusagenda voor verkeer. Op zich logisch, want elk jaar doen we ons best de agenda op de behoeften van dat moment af te stemmen.
Wat me al terugbladerende opvalt is de opmars van slimme en snelle dynamische verkeersmodellen. Die hebben in een heel rap tempo de weg naar de praktijk gevonden. Verkeerscentrales werkten al veel langer met modellen, maar inmiddels kan een beetje VRI ook al niet zonder. De menselijke factor is een andere fenomeen. Rond de eeuwwisseling dacht een verkeerskundige vooral in capaciteiten en intensiteiten, maar de laatste paar jaar is gedrag ineens een factor van belang (terecht uiteraard!). En ja, intelligente vervoersystemen. Heel lang was dat een ver-van-mijn-bed-show, maar inmiddels doen we proeven op de openbare weg met zelfrijdende voertuigen. Het opvallende is dat deze ontwikkeling voortkomt uit het snel innoverende hightech bedrijfsleven en dat de overheid moeite heeft met volgen.
Deze thema’s afzonderlijk zijn op zich al belangrijk genoeg. Maar wat dacht je van de kruisverbanden? Zijn onze modellen wel in staat de gevolgen van game changers als coöperatieve technologie en zelfrijdende auto’s te bepalen? Wat doet die technologie met ons gedrag? Verliezen we met ITS de menselijk maat niet uit het oog? Genoeg voer voor nieuwe PAO-opleidingen – en voor nog vele jaargangen NM Magazine.”