De lange weg naar harmonisatie en standaardisatie van verkeerssystemen

Op 29 oktober 2013 presenteerden overheden en marktpartijen de nieuwste versie van DVM-Exchange, een standaard voor het uitwisselen van gegevens tussen verkeerssystemen van wegbeheerders. Ook werd Connekt aangewezen als de beheerder van het protocol. Hoe groot is deze mijlpaal? Héél groot, zo blijkt wel uit the long and winding road die is afgelegd om tot deze harmonisatie en standaardisatie te komen.

Mei 2009. Het DVM Symposium in De Doelen in Rotterdam is in volle gang. Een van de parallelsessies gaat over de gewenste standaardisatie en harmonisatie in verkeerscentrales. Dat leidt tot een stevige discussie tussen vertegenwoordigers van diverse softwareleveranciers en vertegenwoordigers van de wegbeheerders. Er worden over en weer verwijten gemaakt: de markt komt zijn eerder gedane belofte om standaarden te ontwikkelen niet na, terwijl het de wegbeheerders niet lukt hun eisen te harmoniseren. Het is een kip-ei-discussie, waar de aanwezigen op dat moment niet echt uitkomen. Toch is er aan het einde van de sessie sprake van een lichte toenadering. Als de markt aan een breed gedragen standaard gaat werken, dan willen de wegbeheerders die wel in hun bestekken gebruiken. En als de wegbeheerders zich in de bestekken beperken tot functionele beschrijvingen, dan zal de markt de software verder harmoniseren. Die wederzijdse toezeggingen zijn op dat moment het hoogst haalbare.

Overheid en markt komen in beweging
Ondertussen is begin 2009 het Landelijk Verkeersmanagementberaad, kortweg LVMB, actief geworden. In het LVMB nemen de grotere wegbeheerders deel die zich bezighouden met (operationeel) verkeersmanagement vanuit de eigen verkeerscentrales. Het primaire doel van het LVMB is om tot meer afstemming en uniformiteit te komen in de uitvoering en ontwikkeling.
Als het ministerie van Infrastructuur en Milieu in 2010 de Mobiliteitsaanpak (MA) start, wordt het LVMB gevraagd om het voortouw te nemen bij het opstellen van een plan van aanpak voor de MA-pakketten 18, 19 en 20. Deze pakketten richten zich op het opstellen en uitvoeren van regionale regelscenario’s en de doorontwikkeling van (software)systemen in verkeerscentrales voor netwerkbreed verkeersmanagement. Rijkswaterstaat krijgt van het ministerie de opdracht om het plan van aanpak uit te voeren. De Mobiliteitsaanpak heeft een looptijd van twee jaar: van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012.

Min of meer tegelijkertijd is er ook beweging aan de zijde van de marktpartijen. Begin 2011 kondigen een aantal leveranciers aan dat zij werken aan een standaard voor informatie-uitwisseling tussen de verschillende systeemlagen in een verkeerscentrale: DVM-Exchange. De markt baseert het protocol in sterke mate op de verkeerskundige gelaagdheid van Gebiedsgericht Benutten. Daarbij worden op netwerkniveau scenario’s actief, worden op deelnetwerken services aangevraagd en worden maatregelen ingezet bij de wegkantsystemen. Met het protocol moet het mogelijk worden de verschillende systemen van wegbeheerders zó op elkaar aan te sluiten, dat ze elkaar services kunnen verlenen. Tijdens de Intertraffic van maart 2012 tonen de initiatiefnemers een werkend demonstratiesysteem, waarin systemen van verschillende leveranciers op basis van DVM-Exchange (versie 1.0) inderdaad commando’s uitwisselen. Het protocol mist nog wel de nodige informatie-elementen om het ook echt breed toe te kunnen passen.

Mobiliteitsaanpak
Terug naar de Mobiliteitsaanpak. In januari 2011 starten de MA-projecten rond het opstellen en uitvoeren van regionale regelscenario’s en de inrichting van zogenaamde regiodesks (meestal in de verkeerscentrales van Rijkswaterstaat) voor gezamenlijk, regionaal verkeersmanagement – pakket 18 en 19. Het zijn vooral de regionale samenwerkingsverbanden die hier actief aan bijdragen. Die hebben ook het meeste belang bij de regionale regelscenario’s.

Met pakket 20, voor de techniek op de regiodesk, loopt het echter minder soepel. De werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van wegbeheerders en hun adviseurs, besteedt veel tijd besteed aan het formuleren van de gezamenlijke functionele eisen aan het nieuw te ontwikkelen netwerkmanagementsysteem. Het struikelblok bij de verdere uitwering is het grote verschil in werkwijze en aanpak tussen de samenwerkingsverbanden en de fases van ontwikkeling in de diverse lokale verkeerscentrales. In de loop van 2012 trekken de partijen de conclusie dat een gezamenlijke aanbesteding voor één landelijk uniform netwerkmanagementsysteem in tijd en in vorm niet haalbaar is. In plaats daarvan moet er een set functionele eisen voor netwerkbreed regelscenariomanagement komen. Om het regionaal verkeersmanagement en dus de samenwerking tussen de verschillende verkeerscentrales goed te kunnen faciliteren dient bovendien de communicatie tussen (regionale) netwerkmanagementsystemen te worden gestandaardiseerd. Provincie Noord-Holland is de eerste die deze communicatiestandaardisatie voorschrijft in haar bestek voor de verkeerscentrale in Hoofddorp, in de zomer van 2012. Zij baseren zich daarbij op het aangepaste protocol DVM-Exchange, dat overheden samen met marktpartijen hebben doorontwikkeld tot een voorlopige tussenversie 2.0.

Het resterende budget van de Mobiliteitsaanpak wordt aangewend om kleine wijzigingen door te voeren in bestaande systemen, zodat de regiodesks hun gezamenlijke regelscenario’s kunnen inzetten. Zo wordt het Beslissingsondersteunend Systeem (BOSS) van Rijkswaterstaat aangepast, zodat het ook de doorstroming op het onderliggende wegennet kan bewaken. Ook is de Regionaal Operationeel Verkeersmanagement-viewer in alle verkeerscentrales in gebruik genomen.

Netwerkmanagementsysteem
Het LVMB pakt de handschoen op om te komen tot de eisen voor netwerkbreed regelscenariomanagement, oftewel: de functionele beschrijving van een regionaal netwerkmanagementsysteem. De gemeente Den Haag trekt het proces, alle grotere wegbeheerders werken mee. Doel is om nog in 2012 een set functionele beschrijvingen en eisen op te leveren, waarmee in 2013 aanbestedingen kunnen plaatsvinden van nieuwe netwerkmanagementsystemen in de diverse verkeerscentrales van de regionale samenwerkingsverbanden.
Er wordt een groot aantal werksessies georganiseerd. De partijen werken de gezamenlijke beschrijving van regelscenario’s uit tot een Operational Concept Description (OCD) van Netwerkbreed Regelscenariomanagement. Vervolgens vertalen zij deze conceptbeschrijving naar functionele eisen aan een netwerkmanagementsysteem: versie 1.0 van de System Subsystem Specification (SSS).

Op 28 december 2012 – net voordat de Mobiliteitsaanpak ten einde loopt – leveren gemeente Den Haag en de overige partijen de OCD Netwerkbreed Regelscenariomanagement en het voorlopige SSS Netwerkmanagementsysteem op. Het LVMB ontvangt de documenten met enthousiasme. Hoewel er nog open eindes zijn, is er een overwinning behaald: de grotere wegbeheerders inclusief Rijkswaterstaat hebben gezamenlijk een uniform regelconcept opgesteld met functionele eisen aan toekomstige netwerkmanagementsystemen.

Figuur 1: Overzicht van de koppelingen die met DVM-Exchange worden gestandaardiseerd. Het gaat om koppelingen tussen netwerkmanagementsystemen onderling en tussen netwerkmanagementsystemen en DVM-systemen. De C in de figuur staat voor 'client' (systeem dat initiatief neemt), de S voor server (reactief).


DVM-Exchange 2.5.4
Ondertussen werken de marktpartijen en wegbeheerders die voor het bestek van provincie Noord-Holland de DVM-Exchange 2.0 hebben opgesteld, verder aan het protocol. Met name de inzichten uit de workshops die hebben geleid tot de OCD Netwerkbreed Regelscenariomanagement en de toetsing daarvan op DVM-Exchange hebben de partners doen inzien dat er nog een slag overheen moet. De LVMB-wegbeheerders in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht werken met specialisten van Vialis, Technolution en Trinité tot medio 2013 aan de interface-eisen, de Interface Requirement Specification (IRS). Door op basis van de OCD en SSS de functionele eisen op te stellen voor wat een protocol moet kunnen overbrengen, ontstaat er een samenhang tussen de eisen aan een netwerkmanagementsysteem en aan een regelscenarioprocotol.

De markt beschikt daarmee over alle benodigde functionele beschrijvingen om verder invulling te geven aan geharmoniseerde software en standaardprotocollen. Een Interface Design Description (IDD) specificeert het ontwerp van het DVM-Exchange-protocol, zodat het naadloos aansluit op de andere afspraken (OCD, SSS, IRS).

De laatste versie van DVM-Exchange, versienummer 2.5.4, wordt op 29 oktober 2013 officieel gepresenteerd bij Connekt. Connekt heeft als onafhankelijke partij het beheer over DVM-Exchange op zich genomen. Het promoten van het gebruik en het geleidelijk doorontwikkelen van de standaard voor communicatie tussen centrale verkeersmanagementsystemen is daarbij een belangrijk doel. Aangezien in de OCD en SSS bepaalde onderwerpen nog niet of onvoldoende zijn uitgewerkt, zoals de eisen aan de centrale verkeersmanagementsystemen voor verkeerslichten en DRIP’s, kunnen nieuwe eisen en wensen in de toekomst immers gevolgen hebben voor het DVM-Exchange-protocol.

Recapitulatie en doorkijk
Er is veel gebeurd sinds de discussie tijdens het DVM Symposium, alweer bijna vijf jaar geleden. Markt en overheid hebben elkaar uit weten te dagen door de discussie op scherp te zetten en hebben daarop apart en gezamenlijk de nodige initiatieven ontplooit. De belofte van een DVM-Exchange-protocol daagde de overheid uit om goed na te denken over de benodigde functionaliteiten. En zonder een breed gedragen uniform regelconcept, waarin de verkeerskundige basisstappen zijn beschreven, zou er geen harmonisatie tussen software kunnen plaatsvinden.
Met die harmonisatie is zelfs al begonnen, wat van DVM-Exchange nu al veel meer maakt dan een papieren werkelijkheid. Zo zijn in Noord-Holland de nodige aanpassingen verricht aan de bestaande systemen voor verkeersmanagement, uitgaande van het DVM-Exchange-protocol 2.0. Het hanteren van dit protocol heeft immers gevolgen voor het ontwerp en de samenstelling van de te koppelen software: deze moet met de gelaagdheid van Gebiedsgericht Benutten kunnen omgaan (scenario’s, services en maatregelen). De koppeling tussen wegbeheerders was op 12 december 2012 een feit – een eerste praktijksucces van de jarenlange standaardisatie- en harmonisatie-inspanningen.

Veel partijen hebben hun steentje bijgedragen aan de ontwikkeling van nieuwe standaarden. Daar plukken diezelfde partijen nu de vruchten van: er ontstaan nieuwe markten, doordat opschaling naar netwerkbreed verkeersmanagement mogelijk wordt en ook de weg vrij is voor ontwikkelingen als dynamische services en coöperatieve systemen.

Het LVMB is nog niet klaar. De leden moeten nu zelf bij de ontwikkeling van hun verkeerscentrales en de regionale samenwerking gebruik maken van de nieuwe standaarden – zie ook het kader op deze bladzijde. Ook wordt er aangehaakt bij het internationale CHARM-project van Rijkswaterstaat, waarin de verkeerscentraletechniek van de toekomst wordt gespecificeerd. De landelijk vastgestelde standaarden voor regionaal verkeersmanagement worden meegenomen in dit gezamenlijke inkoopproject van Rijkswaterstaat en de Highway Agencies (Groot-Brittannië). De Nederlandse standaarden dienen zo tot voorbeeld voor andere landen en vormen mogelijk zelfs de opmaat voor nieuwe Europese ITS-standaarden. De weg naar standaardisatie en harmonisatie mag dan wel long and winding zijn geweest – maar met het eindresultaat hebben wegbeheerders en marktpartijen samen een grote sprong vooruit gemaakt.

Meer informatie over DVM-Exchange is te vinden op de site www.dvm-exchange.nl. Daar is ook de laatste versie van het protocol te downloaden.

____

De auteurs
Arjen Reijneveld is adviseur Verkeer bij gemeente Den Haag.
Leon Deckers is senior adviseur verkeersmanagement bij DTV Consultants.

 

Samenwerking leidt tot gezamenlijke aanbesteding Den Haag en Provincie Zuid-Holland

Dat de samenwerking tussen overheden zijn vruchten afwerpt, is niet alleen merkbaar op het landelijke niveau van LVMB. Ook in de regio’s leidt samenwerking tot een efficiëntere besteding van overheidsgeld.

In opdracht van samenwerkingsverband BEREIK! is een inventarisatie uitgevoerd onder wegbeheerders in het gebied van stadsgewest Haaglanden. Uit de verkenning blijkt dat er een groot draagvlak is voor verregaande samenwerking op het gebied van (technisch en functioneel) beheer en de bediening van verkeersmanagementinstrumenten. Met name voor de professionalisering van de lokale beheer- en bedienactiviteiten biedt het meerwaarde als de grotere wegbeheerders dergelijke diensten kunnen aanbieden of op zijn minst verregaand samenwerken op dit terrein.
De gemeente Den Haag en provincie Zuid-Holland hebben daarom besloten om een nauwe samenwerkingsrelatie aan te gaan op het gebied van lokaal en regionaal verkeersmanagement. Beide partijen zullen overgaan tot een gezamenlijke inkoop, realisatie en beheer van software die het beheer en de bediening van verkeersmanagementinstrumenten van meerdere wegbeheerders mogelijk maken. De provincie heeft om die reden een pas op de plaats gemaakt, aangezien zij op het punt stond om deze aanbesteding zelf te verrichten. Het bestek is inmiddels aangepast, zodat het in lijn is met de eisen uit de OCD Netwerkbreed Regelscenariomanagement en SSS Netwerkmanagementsysteem. De ondertekening van de samenwerking rond deze aanbesteding en de publicatie van het bestek vond plaats op 29 november 2013.