Declaration of Amsterdam: goede stap richting zelfrijdende auto

Op 14 april 2016 schaarden de 28 transportministers van de EU zich eensgezind achter de Declaration of Amsterdam on cooperation in the field of connected and automated driving. Deze verklaring wordt gezien als een eerste, belangrijke stap om zelfrijdende voertuigen op de Europese weg mogelijk te maken.

Foto: EU2016
 
De Declaration werd getekend tijdens de informele bijeenkomst voor milieu- en transportministers in Amsterdam, die op 14 en 15 april 2016 onder Nederlands EU-voorzitterschap plaatsvond. Terwijl de agenda op vrijdag 15 april werd beheerst door actuele thema’s als transportveiligheid en grenscontroles, was het programma op donderdag de 14e op innovatie gericht. Er waren sessies over duurzame en slimme mobiliteit, de ministers maakten een ritje in (deels) zelfrijdende auto’s, ze bezochten de Innovatie Expo en stelden de Declaration over connected and automated driving vast. Ook vertegenwoordigers van de Europese Commissie en de auto-industrie waren hierbij aanwezig.

Inhoud
Maar wat hebben de ministers nu precies verklaard? Zoals de naam Declaration al doet vermoeden, is het geen document van concrete afspraken: het gaat om acknowledging, emphasizing en recognising. Zelfs de in de media veel genoemde ‘afspraak’ dat in drie jaar tijd de Europese regelgeving rond zelfrijdende voertuigen op orde zal zijn, blijkt minder hard: die regelgeving “should be available, if possible, by 2019”.

Dat wil echter niet zeggen dat we de resultaten van 14 april als irrelevant kunnen afdoen. Het thema slimme mobiliteit is nog nooit zo uitgebreid op hoog Europees niveau besproken als die dag. De gezamenlijke Declaration benoemt ook precies de issues die de komende aandacht verdienen om de vaart erin te houden. De tekst roept de stakeholders – EU-lidstaten, Europese Commissie en industrie – bijvoorbeeld op om aan de volgende punten te werken:

  • Regelgeving. De regelgeving op Europees en nationaal niveau moet coherent zijn. Eventuele barrières moeten worden weggenomen.
  • Data: beschikbaarheid, privacy en beveiliging. Wie mag (voertuig)data verzamelen en gebruiken? Hoe de privacy te waarborgen?
  • Compatibiliteit en interoperabiliteit. Alle systemen, communicatietechnologieën en diensten zouden binnen heel Europa compatibel en ‘interoperabel’ moeten zijn.
  • Beveiliging van de systemen. Het gaat dan niet alleen om het voorkomen van technische problemen, maar ook om bescherming tegen cyber-threats.
  • Internationale samenwerking. Dit betreft vooral de samenwerking met Japan en de VS.

Voor deze thema’s beveelt de Declaration een aantal logische stappen aan. Zo moeten de Verdragen inzake Wegverkeer van Genève (1949) en Wenen (1968) eerst aangepast worden om zelfrijdend verkeer op de openbare weg überhaupt mogelijk te maken. Daarnaast spreekt de tekst zich specifiek uit voor grensoverschrijdende praktijkproeven en voor een informal high-level structural dialogue, om het thema op de Europese agenda te houden.
De Europese Commissie wordt gevraagd om op basis van de aangedragen punten een Europese strategie uit te werken. Interessant is ook het verzoek om het tot nu toe nuttige C-ITS Platform te continueren en zelfs uit te breiden met de werkvelden verkeersmanagement en verkeersveiligheid.

Richting
Hiermee zijn de Europese neuzen dezelfde kant op gezet – en alleen dat al maakt de Declaration een belangrijke stap vooruit. De vrijblijvendheid van de verklaring maakte het mogelijk om álle lidstaten mee te krijgen. Landen als Griekenland en Roemenië hebben immers wel grotere zorgen dan het faciliteren van zelfrijdende auto’s, maar zijn nu toch inhoudelijk betrokken. Ondertussen biedt de Declaration voldoende handvatten voor de landen die zich al op het thema richtten (voornamelijk West-Europese lidstaten): de concreet geformuleerde issues en stappen bieden een mooi raamwerk voor nieuwe Europese projecten, afspraken en regelgeving.

Vanuit het perspectief van Nederland is misschien nog wel belangrijker dat Nederland het initiatief heeft gehouden en zijn positie tussen alle sterke auto-industrielanden weer wat heeft versterkt. Met zijn ervaring met grootschalige praktijkproeven, communicatietechnologieën en privacy en dataveiligheid heeft het ook wat te bieden – en laten dat nu ook juist de thema’s zijn die nadrukkelijk terugkomen in de Declaration.