Maak werk van MaaS

Mobility as a Service, kortweg MaaS, kan in theorie een belangrijke bijdrage leveren aan mobiliteitsopgaven als het bereikbaar houden van steden en regio’s en het terugdringen van emissies. Het mooie is ook dat MaaS in principe spoedig kan worden gerealiseerd. Maar om daarbij echt stappen te maken, is regie nodig. De overheid zou die regisseurshandschoen moeten oppakken, meent de auteur.

 
Foto: Luc Soethout

 
Vanuit het perspectief van de reiziger betekent MaaS vooral gemak. Via een website of app een complete multimodale deur-tot-deur-trip plannen, boeken en betalen, met letterlijk één druk op de knop – hoe eenvoudig wil je het hebben?
Vanuit een groter, maatschappelijk perspectief bezien, staat MaaS echter voor veel meer dan een persoonlijk handigheidje. Het concept zal een belangrijke steun in de rug zijn voor nieuwe vervoerdiensten als deeltaxi’s, autodelen en ‘ridesourcing’. In krimpgebieden waar het reguliere openbaar vervoer minder wordt, kan MaaS in alternatieven voorzien. En de verschillende (oude en nieuwe) modaliteiten zijn sowieso veel beter op elkaar af te stemmen. Alles bij elkaar betekent dit dat in zowel de krimpgebieden als de stedelijke omgeving reizigers minder afhankelijk worden van de auto. Op termijn zal dat zich vertalen in een lagere verkeersdruk en minder stilstaand blik. Last but not least: een verhoogd gebruik van MaaS-vervoerdiensten leidt tot minder emissies en minder geluidhinder.

Landelijke regie nodig
Dat is een mooi rijtje aan kansen – en dat alleen al maakt MaaS tot een onderwerp van nationaal belang. Om echt deur-tot-deur gemak voor de reiziger mogelijk te maken, is bovendien voldoende schaalgrootte vereist, wat in ons kleine land staat voor een nationale uitrol. En daarvoor heb je weer interoperabiliteit en standaardisatie op nationale schaal of zelfs EU-schaal nodig.

Zoveel keer nationaal in één alinea kan eigenlijk maar één ding betekenen: er is landelijke regie nodig is. Wie kan daar het beste in voorzien? Aangezien MaaS bijdraagt aan de beleidsdoelen rond (stedelijke/rurale) bereikbaarheid en leefbaarheid én een forse impact kan hebben op de invulling van het openbaar vervoer, zal het rijk een actieve rol moeten vervullen.

Wat bijvoorbeeld nog ontbreekt is een breed gedragen position paper inzake MaaS: waar staan we en wat willen met MaaS? De nieuwe minister van Infrastructuur en Milieu zou hiervoor het initiatief kunnen nemen, waarbij hij of zij uiteraard decentrale overheden en het bedrijfsleven zal betrekken. (Een mooie taak voor de minister is om dan niet alleen te denken aan de gevestigde bedrijven in de markt voor OV-diensten, maar om ook nadrukkelijk contacten te leggen met nieuwkomers.) Om te voorkomen dat het begrip MaaS een leeg containerbegrip wordt, is het trouwens ook goed om gezamenlijk een definitie af te spreken, als richtsnoer voor de verdere uitwerking van MaaS en de selectie van pilots en experimenten.

Ambitie
Met de gezamenlijke definitie van MaaS belanden we vanzelf bij de ambitie: hoe ver willen we gaan met MaaS? Eén eindscenario is om te komen tot de integratie van mobiliteitsdiensten, met het gebruiksvriendelijke plan-boek-betaal-systeem dat we hiervoor schetsten als belangrijkste component.
Maar je kunt de lat ook hoger leggen door te kiezen voor een ‘performance based’ bereikbaarheidsbeleid. Je hebt dan nog steeds het gebruiksvriendelijke reizigerssysteem, maar in dit paradigma draait het niet langer om modaliteiten maar om serviceniveaus. Vervoerders worden uitgedaagd om deze serviceniveaus op effectieve en efficiënte wijze te realiseren, met om het even welke modaliteit. De inzet van beleidsmaatregelen beperkt zich tot zaken als het uitwerken van de gewenste (minimale) serviceniveaus, het bepalen van de veiligheidseisen en de afstemming met de infrastructuur.

Ook wat de vertaling van deze ambities in rollen en taken betreft moeten strategische noten gekraakt worden. Moet de rol van dataprovider door publieke of private organisaties worden opgepakt? Welke taken krijgen ze toebedeeld, welke (veiligheids- en datapolicy-) richtlijnen?
Een nog fundamentelere vraag is wie de dienstverlening zelf, de S uit MaaS, zal invullen. Wordt er voor een benadering gekozen waarbij enkele grotere, multimodale ondernemingen de services ontwikkelen en aanbieden (Apple-model)? Of moeten we inzetten op een nieuwe markt met nieuwe spelers die toegang krijgen tot de beschikbare vervoerdiensten? In het laatste geval zal het beleid sterk gericht moeten zijn op het scheppen van de juiste marktvoorwaarden. Om te beginnen zul je eisen moeten stellen aan de toegang tot de vervoerdiensten, zodat er een level playing field ontstaat voor de serviceproviders. Immers, de vervoerders zullen ook zelf directe distributiekanalen gebruiken en derhalve concurreren met de serviceproviders. Data inzake reizen (tijden, betalen, beschikbaarheid etc.) zullen open en operabel moeten zijn. En de serviceproviders moeten in staat worden gesteld om aantrekkelijke proposities te ontwikkelen, waarbij prijsstelling een belangrijk aspect is.

Overigens zijn er bij die nieuwe markt voor serviceproviders twee varianten denkbaar: het Bol.com-model en het eBay-model. In de eerste variant ligt het aanbod van vervoerdiensten relatief vast en koopt de serviceprovider deze in. In het eBay-model daarentegen kan het aanbod veel sneller reageren op de vraag: de serviceproviders (als representant voor reizigers) en de aanbieders van vervoerdiensten komen samen tot het gewenste aanbod. Hierbij krijgen reizigers die over weinig koopkracht beschikken subsidies waarmee ze de gewenste vervoerdiensten marktconform kunnen inkopen.
Het Bol.com-model zal naar verwachting geschikter zijn voor de grotere vervoerstromen in grotere steden met complexe netwerken; het eBay-model werkt waarschijnlijk beter in ‘dunne’ gebieden.

Aan het werk!
Als rijk, regio en markt eenmaal hebben vastgesteld wat de ambities zijn en naar welk model moet worden gewerkt, is het tijd voor actie. Denk aan de ontwikkeling van interoperabele, multimodale systemen voor (actuele) reisinformatie, boeken en betalen. Er kan weliswaar worden voortgebouwd op lopende initiatieven, zoals projecten voor de ontwikkeling van nieuwe betaalsystemen, maar er zal nog veel geld en tijd nodig zijn om een en ander echt werkend te krijgen. Andere uitdagingen zijn de praktische uitwerking van de genoemde dienstverleningsmodellen, inclusief wet- en regelgeving voor bijvoorbeeld het openstellen van de markt voor serviceproviders.
Een kennisagenda (wat weten we nog niet op het gebied van gedrag, economische aspecten, governance?) en actieagenda (tijdpad, mijlpalen, inclusief middelen) zullen bij deze uitvoering houvast bieden. In principe kan hiervoor worden aangesloten bij het SURF/VerDuS-programma SCRIPTS, ‘Smart Cities Responsive Intelligent Public Transport Systems’.

In overleg met een aantal regio’s zullen de ontwikkelde systemen en de verschillende organisatievormen daarna in de praktijk moeten worden beproefd. Een grote stad zou bijvoorbeeld een pilot kunnen opzetten waarin het Apple-model wordt toegepast, in samenwerking met het gemeentelijke vervoerbedrijf en allianties met andere aanbieders van vervoerdiensten. In een regio kan het Bol.com-model (op basis van een lopende concessie van het ov) grootschalig worden beproefd, of juist het eBay-model (krimpgebied, met duidelijke koppeling naar doelgroepenvervoer).

Tot slot
Samenvattend: er moet nog veel gebeuren voor MaaS een feit is. En hoewel de vereiste acties niet afwijken van die in elk ander innovatieproject, is MaaS dermate nieuw, groot, kansrijk én disruptief dat het wel erg cruciaal is om juist en zorgvuldig te werk te gaan. Zonder landelijke regisseur lijkt dat ondoenlijk en laten we wellicht kansen liggen. Dat is dus actie één voor het nieuwe kabinet: pak op die regisseurshandschoen!

____

De auteur
Henk Meurs is directeur van MuConsult en bijzonder hoogleraar Verkeersplanologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

 

#NieuweMinisterIenM

  • Er is landelijke regie nodig. Pak als overheid die handschoen op.
  • Stel samen met de regio’s en de markt een position paper op en bepaal de ambities: waar staan we en wat willen met MaaS?
  • Bepaal hoe de rollen en taken moeten worden ingevuld. Wat voor dataprovider willen we? Komt er een nieuwe markt voor serviceproviders?
  • Stel een gezamenlijke actie- en kennisagenda op. Voorzie in de middelen. Organiseer grootschalige pilots.