Case Steenwijk – Een historisch centrum met moderne handhaving

De gemeente Steenwijkerland heeft in het afgelopen jaar op negen locaties in de binnenstad van Steenwijk kentekencamera’s geplaatst. Waarom koos de gemeente voor nummerplaatherkenning? En wat zijn de eerste ervaringen?


Foto: Venemama



Steenwijk is een historische vestingstad uit de dertiende eeuw. Onze binnenstad is aantrekkelijk, kleinschalig ingericht maar wel met volop ruimte voor horeca en detailhandel. Om de beleving zo goed en gastvrij mogelijk te maken, zijn al sinds jaar en dag alleen voetgangers welkom in het gebied.

De gemeente heeft de laatste jaren in beleid opgenomen dat we het karakter als gastvrije binnenstad willen versterken. Daarbij kijken we vooral naar de handhaving van de autovrije zone.

Vijf redenen voor kentekenherkenning

Sinds begin deze eeuw verliep deze handhaving met behulp van pollers, de afsluitpalen in het wegdek die op signaal van een automobilist tijdelijk naar beneden kunnen. Aan het einde van de levensduur van de pollers hebben we als gemeente de keuze gemaakt om anders te gaan handhaven, namelijk met kentekenherkenning. Dit om de volgende redenen.

1. Alleen toegang met recht. Pollerinstallaties konden worden bediend via een zogenaamde transponder. Alleen personen met een ontheffing voor de voetgangerszone kregen zo’n transponder. Maar van bewoners en ondernemers begrepen we dat deze onderling werden uitgeleend en de barrièrewerking zo werd omzeild. Met camera’s is er weer alleen ‘toegang met recht’.

2. Minder risico’s voor nood- en hulpdiensten. Pollerinstallaties werden door de jaren heen steeds vaker getroffen door storingen. Dat leverde risico’s op voor de bereikbaarheid van nood- en hulpdiensten. Bij camera’s zijn die risico’s er niet – ook niet als er sprake is van uitval.

3. Minder verstoring in het straatbeeld. De komst van de camera’s draagt bij aan een rustiger straatbeeld.

4. Minder gaten in de afsluiting. Met de inzet van pollers konden we niet alle toegangen van en naar de binnenstad afsluiten, wat sluipverkeer in de hand werkte. Grote zorg was met name ‘het lek op de Markt’, waar de toegangszone te groot was om af te sluiten met pollers. Met camera’s is dit gat op de Markt gedicht.

5. Lagere onderhoudskosten. Er waren ook financiële argumenten voor een overstap op kentekencamera’s: het beheer en onderhoud van camera’s bleek goedkoper dan de beheerkosten van de pollers.

Drie lessen

Hieronder volgen drie belangrijke ervaringen die we hebben opgedaan bij het plaatsen van camera’s in Steenwijk.

1. Draagvlak voor verandering. Het plaatsen van camera’s vereist voldoende draagvlak onder de bevolking. In de voorbereiding van de implementatie hebben we daarom verkend of er onder belangengroepen van ondernemers en inwoners steun was voor camera’s als handhavingsmiddel. Hieruit bleek dat de beperkingen van de pollers en de hoeveelheid ongewenste auto’s binnen de zone, tot veel irritatie leidden onder de ondernemers en inwoners. Dit gevoel van urgentie zorgde voor een unanieme stem in de raad voor de komst van de camera’s en een rustige implementatie.

2. Bewaken van het gevoel van privacy. Over de mogelijke functionaliteiten van de camera’s werd wel wisselend gedacht. Een heikel punt was dat de camera’s geen oplossing boden voor langparkeerders binnen de zone. Enkele vooruitstrevende ondernemers waren van mening dat de camera’s ook tijdsregistratie op kentekenniveau zouden moeten bijhouden, zodat er geklokt kon worden hoelang een voertuig zich in de zone bevond en er een waarschuwing of boete kon worden uitgeschreven aan langparkeerders.

Onder een aantal inwoners leefde echter de zorg dat de komst van camera’s inbreuk zou maken op hun privacy. In Steenwijk is het aantal camera’s in de openbare ruimte nog altijd beperkt. Maar dat de camera’s zouden ‘weten’ welk kenteken hoe lang binnen zou zijn, vonden die inwoners spannend. Als gemeente hebben we er daarom voor gekozen om tijdsregistratie achterwege te houden en het controleren van langparkeerders te laten bij de boa’s.

3. Strikt en gastvrij toegangsbeleid. De gemeente zag kans om de komst van de camera’s te benutten voor het herijken van het toegangsbeleid. Het credo was: ‘een autoluwe gastvrije binnenstad voor iedereen, met toegang waar dit moet’. De gemeente heeft het ontheffingenbeleid opnieuw opgesteld en daarbij onderscheid gemaakt in de categorieën incidentele ontheffing, jaarontheffing met tijdsduurbeperking, en jaarontheffing zonder tijdsduurbeperking.

De voorwaarden voor een ontheffing zijn in de nieuwe situatie strikter dan voorheen. Door een strenger regime te hanteren, verwachten we het autoluwe effect van de zone extra te benadrukken. Ondernemers en bewoners dienen in het nieuwe regime een eigen parkeerplaats te hebben om in aanmerking te komen voor een jaarontheffing zonder tijdsduurbeperking. De maandontheffing is afgeschaft en ingeruild voor een incidentele ontheffing, waarbij de tijdsduur van de toegang afhankelijk is van de activiteit. Elke ontheffingsaanvraag langer dan een dag moet in het nieuwe systeem van een motivatie voorzien zijn.

Daarbij is wel rekening gehouden met bijzondere belangen. Voor doelgroepen als mindervaliden, voor evenementen en voor de markt zijn specifieke uitzonderingen gemaakt. Voor bevoorradingsverkeer blijven de venstertijden. En voor inwoners en ondernemers die incidenteel de zone in moeten, kan een dagontheffing worden aangevraagd.

Wat zijn de resultaten?

De grote vraag voor de komende tijd is of deze maatregelen echt leiden tot een rustiger straatbeeld in Steenwijk. De komende maanden zullen we het nieuwe ontheffingenbeleid daarom evalueren en waar nodig bijstellen. De balans tussen gastvrijheid en autovrij blijft daarbij essentieel om het beoogde effect te bereiken én om voldoende draagvlak te houden onder de bevolking.

____

De auteurs
Maarten Boer MSc. is beleidsmaker Duurzame Mobiliteit bij gemeente Steenwijkerland.
Thomas Otterman MSc. is projectleider Duurzame Mobiliteitstransitie bij Haskoning.