Column Isabel Wilmink: Met de trein naar Spanje – hoe bevalt dat?

“Met de trein naar San Sebastián? Hoe lang doe je daar dan over?” Die reactie kregen mijn collega en ik van heel veel mensen toen we meldden niet met het vliegtuig maar met de trein naar Spanje te willen gaan. Zelf hadden we ook wel wat bedenkingen, want de trein staat momenteel niet als erg betrouwbaar te boek. Maar we vinden duurzaam reizen belangrijk, willen graag zo weinig mogelijk vliegen en zo ingewikkeld is die trein nou ook weer niet. Google Maps vertelt je precies hoe je kan reizen, van Rotterdam naar Paris Gare du Nord, vanaf Paris Gare Montparnasse naar Hendaye en dan dus San Sebastián. Wat ook scheelt: het reisbureau lacht je niet meer uit als je met het verzoek komt een dergelijke treinreis te boeken.

En zo kan het dus gebeuren dat ik in een Franse hogesnelheidstrein een column zit te schrijven. Alweer op de terugweg trouwens, een uurtje of zo voor Parijs.

We gingen naar Spanje voor een projectoverleg voor het Horizon Europe-project FAME, want niet alles kan online. In FAME wordt de EU Common Evaluation Methodology for CCAM ontwikkeld, waarbij CCAM staat voor Connected, Cooperative and Automated Mobility. Twee dagen lang discussieerden we over de conceptteksten voor een handboek ter ondersteuning van de evaluatie van de brede welvaartsimpacts van automatische mobiliteit. Ook in dit project dus veel aandacht voor duurzaamheid, want waarom zou je CCAM willen als het niet bijdraagt aan een duurzame ontwikkeling van het mobiliteitssysteem? Duurzaam qua economie, maatschappij en leefmilieu wel te verstaan, waarbij de afweging tussen deze drie pijlers uiteindelijk een politieke is. Het valt nog niet mee om dat op een neutrale manier in een handbook te verwerken, maar de discussies in San Sebastián leverden veel inspiratie op om de eerste versie af te maken. Begin mei is die te vinden op de website www.connectedautomateddriving.eu.

Het treinticket was fors duurder dan een (economy) vliegticket, maar we zaten wel zeer comfortabel in de eerste klas én konden urenlang ongestoord werken.

Terug naar het treinreizen. Hoe bevalt nou zo’n lange treinreis, qua kosten, reistijd, betrouwbaarheid en comfort? Over het algemeen goed, vooral qua comfort. Ik kan prima werken in de trein, hoewel ik op een gegeven moment door de conducteur naar het balkon werd verbannen omdat ik een Teams-vergadering aan het doen was. Oncomfortabel was wel de overstap in Parijs op de heenweg, doordat de Eurostar weer eens vertraagd was en ook best fors. We moesten heel hard rennen door de metrotunnels van Parijs om de aansluiting te halen. Tip: neem een tas mee en geen rolkoffer, dat rent een stuk beter. Het treinticket was fors duurder dan een (economy) vliegticket zou zijn geweest, maar we zaten wel zeer comfortabel in de eerste klas én konden urenlang ongestoord werken. Qua reistijd was het ook prima in een dag te doen, al moesten we wat vroeg op voor de heenreis. Belangrijkste minpunt was de betrouwbaarheid. Niet alleen door mogelijke vertragingen op het Belgische spoor maar ook door de neiging van de Fransen om te staken. Een staking dreigde even voor de terugreisdag, maar was er uiteindelijk gelukkig niet (in Duitsland overigens). Maar deze reis bevestigde wat mij betreft dat de betrouwbaarheid van het ov een onderwerp is waar we hard aan moeten werken, willen we het normaal gaan vinden om ook voor de zeer lange afstand de trein te nemen. Voor de rest: gewoon doen, veel fijner dan vliegen!

____

Isabel Wilmink
Senior scientist en kennismanager bij TNO Mobility and Built Environment