De effecten van een economische terugval op de verkeersprestatie

De effecten van de coronacrisis op het wegverkeer zijn nog dagelijks zichtbaar. Maar hoe zit dat de komende jaren? Gaan we ná de contactbeperkingen weer direct terug naar hoe het was? Of blijft het voorlopig rustig op de weg? Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid rekende ons de effecten voor van contactbeperkingen én van de onvermijdelijke economische terugval.


Hoe zal de verkeersprestatie op het hoofdwegennet zich de komende tijd ontwikkelen? Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, KiM, maakt daar met enige regelmaat prognoses voor. In de prognose die we afgelopen april maakten, moesten we echter voor het eerst ook rekening houden met de effecten van de coronacrisis. Die beïnvloedt op zeker twee manieren het verkeer.

Allereerst zorgen de contactbeperkingen ervoor dat mensen minder reizen naar bijvoorbeeld werk of familie. Dat heeft een direct, groot effect op de verkeersprestaties. Afgaande op de Rijkswaterstaat-verkeersdata is in de tweede helft van maart 2020 (toen de contactbeperkingen golden) de verkeersprestatie op het hoofdwegennet met maar liefst zo’n 50 procent gedaald.

Maar ook de economische terugval als gevolg van de pandemie heeft effect op het verkeer. Sommige sectoren hebben te maken met grote omzetdalingen, de werkloosheid neemt toe, het consumentenvertrouwen daalt – en dat heeft allemaal z’n weerslag op het bruto binnenlands product (bbp). We weten uit het verleden dat het bbp en de verkeersprestatie sterk met elkaar samenhangen. Een daling van 1 procent van het bbp zorgt bijvoorbeeld voor een 0,6 tot 0,8 procent daling van de verkeersprestatie op het hoofdwegennet.

Als we een prognose willen maken van de verkeersprestatie op korte termijn (2020-2021) en middellange termijn (2025) zullen we dan ook terdege rekening moeten houden met deze twee punten. We weten op basis van historische data dat ook het inwoneraantal (20-65 jaar), de brandstofprijs en de capaciteit van het hoofdwegennet de verkeersprestatie beïnvloeden.

Figuur 1: Factoren die de verkeersprestatie op het hoofdwegennet beïnvloeden.


Verschillende scenario’s
Met dit ‘krachtenveld’ – zie figuur 1 – zijn we gaan prognosticeren. Omdat er nog veel onduidelijkheid is over hoe de coronacrisis zich gaat ontwikkelen, hebben we met vier scenario’s gewerkt. Het gaat hierbij om vier economische toekomstbeelden die het Centraal Planbureau, CPB, eind maart publiceerde. Die zijn als volgt:

  • Scenario I: De contactbeperkingen houden drie maanden aan. Vooral de dienstensector wordt geraakt. In het derde kwartaal van 2020 treedt economisch herstel op.
  • Scenario II: De contactbeperkingen houden zes maanden aan. In het vierde kwartaal van 2020 treedt herstel op. Ten opzichte van scenario I is de economische crisis ernstiger en wordt ook de industrie zwaarder getroffen. De wereldhandel zakt verder weg, maar grote problemen in de financiële sector blijven uit.
  • Scenario III: Ook in dit scenario houden de contactbeperkingen zes maanden aan, maar de schok komt nu nog harder aan. Dit leidt tot meer problemen in de wereldeconomie en de financiële sector. De economische terugval duurt langer en economisch herstel treedt pas op in het voorjaar van 2021.
  • Scenario IV: In dit scenario duren de contactbeperkingen een jaar. Bedrijven en huishoudens vinden wel meer manieren om ondanks de contactbeperkingen te produceren, te werken en te consumeren. De recessie houdt in totaal anderhalf jaar aan en herstel treedt pas op in de tweede helft van 2021. Echter, ook in 2021 krimpt de economie doordat de financiële sector en de wereldeconomie in de problemen komen door de lengte van de crisis.

Voor elk van deze scenario’s hebben we bekeken wat het effect is op de verkeersprestatie. Op basis van de eerder genoemde data van Rijkswaterstraat zijn we ervan uitgegaan dat de verkeersprestatie op het hoofdwegennet 50 procent lager is dan de modeluitkomst zolang de contactbeperkingen gelden.

Om bij deze prognoses het effect van corona op de verkeersprestatie goed in te schatten, is ook een trendprognose doorgerekend. Deze is gebaseerd op het Centraal Economisch Plan 2020 (CEP2020) dat het CPB begin maart heeft uitgebracht. De trendprognose gaat ervan uit dat er geen coronacrisis is, er geen contactbeperkingen zijn, en er ook geen economische recessie komt.

De vier coronascenario’s van het CPB van eind maart geven inzicht in de economisch ontwikkeling tot en met 2021. Wij zijn echter ook geïnteresseerd in de middellange termijn tot en met 2025. Voor elk scenario hebben we daarom aangenomen dat de economie zich vanaf 2023 weer ontwikkelt volgens de CEP-prognose. Dit betekent dat de economie groeit met 1,5 procent per jaar in de periode 2022-2025.

De resultaten
Figuur 2 geeft visueel weer wat de gevolgen zijn van de coronascenario’s op de ontwikkeling van de verkeersprestatie op het hoofdwegennet in 2020, 2021 en voor de periode 2020-2025. Deze resultaten worden vergeleken met de trendprognose gebaseerd op het CEP: de grijze strepen.

In 2020 krimpt de verkeersprestatie op het hoofdwegennet ten opzichte van 2019 met 12 procent in scenario I en met 41 procent in scenario IV. Deze krimp komt voornamelijk door de contactbeperkingen. In 2021 herstelt de verkeersprestatie op het hoofdwegennet zich grotendeels weer, zie ook figuur 3. Maar in alle coronascenario’s is de uiteindelijke verkeersprestatiegroei over 2020-2025 (ten opzichte van 2019) lager dan de groei die de trendprognose gebaseerd op het CEP voorziet.

De meeste groei in de verkeersprestatie wordt voorspeld in scenario I, waarbij de contactbeperkingen drie maanden duren en er een snel economisch herstel optreedt. Dit leidt tot een verwachte groei van de verkeersprestatie van 13 procent op het hoofdwegennet in de periode 2020-2025. Dit is echter nog altijd 2 procentpunten lager dan in de trendprognose op basis van het CEP. In scenario IV groeit de verkeersprestatie het minst, namelijk met 0 procent ten opzichte van 2019. In dit scenario duren de contactbeperkingen een jaar en treedt er een recessie op die 1,5 jaar duurt. Al met al zijn er dus grote onzekerheden in de groei van de verkeersprestatie in de periode 2020-2025. Die komen met name door de economische onzekerheid: hoe groot wordt de economische terugval als gevolg van de coronacrisis en hoe snel verloopt het economisch herstel?

Figuur 2: Jaarlijkse toename van de verkeersprestatie op het hoofdwegennet in 2019 (realisatie), 2020 en 2021, en de totale groei in 2020-2025 ten opzichte van 2019. De ramingen van de vier CPB-scenario’s worden vergeleken met de trendprognose op basis van het CEP.


Figuur 3: De verkeersprestatie op het hoofdwegennet in 2020, 2021, 2022 en 2025 uitgedrukt in index-getallen (waarbij 2019 gelijk is gesteld op 100) voor de vier CPB-scenario’s en de trendprognose op basis van het CEP.


Kanttekeningen
Een belangrijke kanttekening is dat we in onze prognoses geen rekening hebben gehouden met het feit dat mensen wellicht hun mobiliteitsgedrag veranderen als gevolg van de coronacrisis. Deze gedragscomponent kan zowel een stijgend als een remmend effect hebben op de verkeersprestatie. De verkeersprestatie zou kunnen stijgen als mensen het openbaar vervoer mijden (omdat ze bang zijn om besmet te raken) en in plaats daarvan vaker de auto gebruiken. De verkeersprestatie zou echter ook kunnen dalen omdat mensen de mogelijkheden van thuiswerken en op afstand vergaderen hebben ontdekt en dit blijven doen nadat de contactbeperkingen worden opgeheven.

Desalniettemin geven de resultaten van deze verkenning inzichten in de mogelijke verkeersontwikkeling op het hoofdwegennet op de korte en middellange termijn. De contactbeperkingen beïnvloeden vooral op de korte termijn de verkeersprestatie, terwijl de economische gevolgen van de coronacrisis ook op de middellange termijn doorwerken in de verkeersprognoses.

_____

De auteurs
Marlinde Knoope en Jan Francke zijn beide onderzoekers bij het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).