Discussietafel Openbaar vervoer: “In 2020 liggen we op de IC, in 2021 wordt het revalideren”

Van alle modaliteiten is het openbaar vervoer het hardst geraakt door de coronacrisis. De reizigersaantallen lopen inmiddels weer enigszins op, maar zijn nog lang niet op het oude niveau. Hoe moet dat met het ov? Wat wordt het ‘nieuwe normaal’? Aan de tafel Openbaar vervoer schiet de discussie van hiërarchie naar haarvatendiscussie en ov-rekeningrijden.


Aan tafel:

Drs. Jan-Derk van ’t Rot, coördinator team OV bij MuConsult
Prof. ir. Griet De Ceuster, directeur Transport & Mobility Leuven
Harmen Krusemeijer, adviseur Gedrag DTV Consultants
Prof. dr. Henk Meurs, hoogleraar Radboud Universiteit
Drs. Wilko Mol, directeur OV-bureau Groningen Drenthe
Dr. ir. Niels van Oort, co-director Smart Public Transport Lab, TU Delft


Aan de virtuele tafel is Wilko Mol als directeur OV-bureau Groningen Drenthe de enige ‘ov-partij’. Voor voorzitter Jan-Derk van ’t Rot reden om met Wilko te beginnen. Zijn regio heeft de plannen om de frequentie van een aantal lijnen per januari terug te schroeven al bekend gemaakt. “Maar is deze lichte bijsturing gezien de diepte van de crisis wel voldoende?”, vraagt Jan-Derk.

Niet rigoureus
Wilko legt uit aan wat voor ‘ov-huis’ zijn regio de laatste jaren gebouwd heeft. Ze onderscheiden drie niveaus, elk met een eigen doelgroep en aanpak. Het hoogste niveau richt zich met treinen en snelle busverbindingen op de grote reizigersstromen. Het tweede niveau is het basisnetwerk, de ‘gewone’ stads- en streekbus die ook de kleinere dorpen bedient. En dan is er het derde niveau, voor gebieden waar de vervoervraag echt heel laag of heel specifiek is. Voor de ontsluiting tot in de laatste haarvaten is de hubtaxi in het leven geroepen, een taxibusje dat je naar de dichtstbijzijnde hub brengt: een halte of station van het ov-net van niveau 1 en 2. Die hubs zijn ook prima met de fiets, auto of lopend te bereiken.

Wilko Mol: “Wat ik maar wil zeggen: met ons systeem zijn we al heel erg aan het differentiëren. En onze doelen zijn niet alleen bereikbaarheid en efficiëntie, maar ook cohesie, ontsluiting en inclusie. Natuurlijk is het aantal reizigers de laatste maanden over de hele linie erg teruggelopen. Maar we vertrouwen erop dat dit systeem bestaansrecht heeft. Dan ga je dus niet rigoureus snijden, maar begin je eens voorzichtig frequenties te verminderen. Zo’n maatregel kan je ook gemakkelijk weer terugdraaien.”
Niels van Oort: “Dat lijkt me heel verstandig. Ik denk dat Groningen-Drenthe – en nog wel wat andere regio’s – zeer serieus met ov bezig zijn. Maar de pandemie heeft de noodzaak om heel goed naar de structuur van je ‘ov-huis’ te kijken, wel enorm vergroot. Zijn hubs ook voor onze regio interessant? Wat kunnen we met Mobility as a Service? Het is ook het moment om de klantwenspiramide van Van Hagen van stal te halen: hoe kunnen we mensen verleiden om het ov te pakken? [Zie ‘De functie van een station – Een visie’ (2000) door Mark van Hagen, Gert-Joost Peek en Suzanne Kieft, CVS]
“We doen samen met NS een grootschalig onderzoek onder treinreizigers en op basis van wat die zeggen – betere data over de toekomst hebben we even niet – onderscheiden we drie effecten van corona. Mensen gaan minder reizen, door thuiswerken en videovergaderen. Op zich is dat natuurlijk een prima ontwikkeling. Reizigers zullen daarnaast de spitsen mijden. Dat is ook voor het ov zelf beter. Maar dan is er het effect dat ov-klanten overstappen op een ander vervoermiddel. We hebben allemaal de krantenkoppen gezien: de autoverkopen zitten in de lift. En ja, dat is slecht nieuws, voor het ov, maar ook voor duurzaamheid en leefbaarheid.”

Drs. Jan-Derk van ’t Rot
Coördinator team OV bij MuConsult

Prof. ir. Griet De Ceuster
Directeur Transport & Mobility Leuven

Jan-Derk van ’t Rot: “Hoe is het eigenlijk in België, Griet?”
Griet De Ceuster: “We hebben hier nog ov van het type ‘op elke hoek een halte’. Maar sinds een jaar of twee werken we hier ook toe naar een systeem met niveaus, van het treinnet voor de grote vervoerstromen tot shared systemen en zo voor waar de vervoervraag laag is. Wij begeleiden verschillende vervoerregio’s bij die transitie, dus ik zit geregeld in vergadering met ze. Maar om eerlijk te zijn: we hebben het amper over corona. ‘Als er straks een vaccin is, komen die reizigers wel terug’, is hier de gedachte. Het is dus totaal geen issue in België.
“En inderdaad, de bussen zitten weer vol, bijna op het oude niveau. Busreizigers zijn bij ons vooral scholieren en mensen zonder auto. Die scholieren nemen in september nog wel de fiets, maar met slechter weer kiezen die echt wel het ov. Onze treinen zijn een derde tot op de helft van het was. Wie daar nog ontbreken, zijn thuiswerkers – en dat zijn vooral ambtenaren. Maar ook die komen weer terug, denkt men hier.”
Henk Meurs: “Laten we het erop houden dat er veel onzeker is. Zolang er nog geen vaccin is, zal het turbulent blijven. Hoe langer dat duurt, hoe zwaarder het ov het krijgt. Maar daarna? Doordat we nu allemaal weten hoe makkelijk thuiswerken is, zullen we dat waarschijnlijk deels blijven doen. Dat betekent minder ov-kilometers. Uit onderzoek weten we echter dat mensen die meer thuiswerken uiteindelijk verder van het werk gaan wonen. En dat staat op langere termijn weer voor méér kilometers.
“Dan is er nog de impact van corona op woonkeuzes. Het ov heeft fors kunnen groeien doordat steeds meer mensen in de stad gingen wonen en werken. Het lijkt er nu op dat meer mensen juist buiten de stad willen wonen. Wat betekent dat dan weer voor het ov? Het eerlijke antwoord is: we weten het niet. Het hangt er helemaal vanaf waar mensen gaan wonen en hoe daar de reismogelijkheden naar het werk zijn.”

Harmen Krusemeijer
Adviseur Gedrag DTV Consultants

Prof. dr. Henk Meurs
Hoogleraar Radboud Universiteit

Bijsturen
Maar onzekerheden of niet, we zijn geen willoze slachtoffers. Overheden kunnen met slim beleid negatieve effecten mitigeren en positieve effecten en trends juist ondersteunen. Wat dat aangaat biedt de huidige crisis ook kansen. “Welke moeten we zeker verzilveren?”, vraagt Dirk-Jan.

Wilko: “Niels zei het net al, maar deels thuiswerken is natuurlijk een goede ontwikkeling. Datzelfde geldt voor televergaderen: laten we hopen dat we straks niet meer het hele land hoeven af te reizen voor een vergadering van een uurtje. Ook al leidt dat tot minder ov-verplaatsingen: we moeten dat als maatschappij omarmen.”
Griet: “Iedereen die ook maar een beetje kán thuiswerken, heeft het in ieder geval kunnen proberen. Bij ons is het thuiswerken verplicht gesteld. Als je naar je werk wou, moest je bewijzen dat je niet anders kon. Met de tweede lockdown van dit moment is dat weer zo.”
Harmen Krusemeijer: “Een kans die we dan meteen mee moeten pakken is om van die hyperspitsen in het ov af te komen. Het zou mooi zijn als de flexibilisering van werk er ook toe leidt dat we niet met z’n allen op hetzelfde moment de bus of trein pakken.”
Henk: “Daar moet je wel op sturen. We weten van mensen die vóór de crisis al flexibeler gingen werken, dat ze op redelijk geijkte tijden hun woon-werkritten maken, ’s ochtends of ‘s middags bijvoorbeeld. Dat heeft met activiteitenpatronen te maken: je moet op een bepaalde tijd de kinderen naar de crèche brengen, om zes uur wil je de piepers op tafel… Zo’n verandering naar reizen buiten de spits komt dus niet vanzelf.
“Wat wel werkt, ook bij het ov, is het prijsinstrument. Differentiatie naar tijdstip en trajecten kan mensen net die prikkel geven om toch maar buiten de spits te reizen, zeker als dit gepaard gaat met flexibilisering van werktijden.”
Niels: “Je moet het vanuit twee kanten benaderen. Vanuit het aanbod, het ov, kun je inderdaad met prijzen sturen of met diensten – toch nog even de frequentie in de randen van de spitsen omhoog om het ‘hyper’ weg te werken. Maar deze crisis is ook het moment om vanuit de vraag te werken: maak afspraken met werkgevers en onderwijsinstellingen over hun begin- en eindtijden.”
Henk: “Een collega van me richt zich op onderwijsinstellingen en die merkt dat roosterspreidingen – niet allemaal tegelijk je lessen en colleges om half negen laten beginnen – nu veel makkelijker zijn door te voeren.”
Harmen: “Bij werkgevers zal dat lastiger zijn, vrees ik. Wij hebben zelf heel veel werkgevers gesproken en gevraagd hoe ze gedurende de coronacrisis omgaan met de mobiliteit van hun werkgevers, en hoe ze dat straks denken te doen. Maar dat staat gewoon niet op de agenda. Men zit in de overlevingsstand en alvast nadenken over hoe dat later moet, doen ze niet. Dus als de overheid wat wil, moeten ze die werkgevers echt stimuleren en bij de hand nemen.”
Henk: “Toch maar die hyperspits beprijzen. Vroeger was het excuus: ik moet wel in de spits reizen want m’n baas wil dat ik op tijd op kantoor ben. Nu geldt dat excuus niet meer. Veel werknemers krijgen een reiskostenvergoeding en als in de spits reizen dan duurder wordt, merken werkgevers dat vanzelf in hun portemonnee.”
Wilko: “Als overheid kan je ook gewoon het goede voorbeeld geven. Laat je werknemers niet allemaal tegelijk naar kantoor gaan. Spreek af: vergaderen vroeg in de ochtend doen we van nu af aan alleen online.”
Harmen: “Ga samen met VNO-NCW op zoek naar organisaties die een voortrekkersrol willen vervullen. Kies hippe, populaire bedrijven die daarin het voortouw nemen.”

Drs. Wilko Mol
Directeur OV-bureau Groningen Drenthe

Dr. ir. Niels van Oort
Co-director Smart Public Transport Lab, TU Delft

Doelgroepenvervoer
Er is nog een ander onderwerp waar kansen liggen: het beter integreren van openbaar vervoer en doelgroepenvervoer. Die laatste voorziening verzorgt deur-tot-deurvervoer op aanvraag voor bijvoorbeeld ouderen of mensen met een beperking. De vorm van dit type vervoer, geen vaste lijnen maar vraaggestuurd vervoer, zou ook ideaal zijn voor dunbevolkte gebieden waar een buslijn niet rendabel is. Maar hoewel er al jaren aan getrokken wordt, komt de integratie ov-doelgroepenvervoer niet op gang.

Henk: “Ik heb altijd gedacht: er is een flinke crisis nodig om die twee bij elkaar te brengen. Die crisis hebben we nu, maar het gebeurt nog niet. En je zou zeggen dat zelfs de geringste terugloop in reizigers als eerste ten koste gaat van die haarvaten, die dunne lijntjes naar dat ene dorp. Dus waarom grijpen we die kans niet om ov en doelgroepenvervoer samen te voegen?”
Wilko: “In Groningen-Drenthe trekken we daar hard aan. Maar hoe we ook ons best doen, het blijft lastig. Het heeft ook met verantwoordelijkheden te maken, met schotten in de financiering. Het is gewoon hartstikke moeilijk. Maar eens dat we nu extra ons best moeten doen.”
Henk: “We kennen die schotten. Maar ik zie ook geen momentum ontstaan. Is dat omdat iedereen vooral bezig is met behouden in plaats van voorsorteren op een betere toekomst?”
Wilko: “Het zou zo maar kunnen dat de eerste reflex is: hoe kom ik hier zo goed mogelijk uit? Dat is kortetermijndenken. Ik kan alleen voor onszelf spreken: we doen ons best, het is geen onwil.”
Henk: “Ik denk dat we het onderwerp uit de kleilagen van ambtelijke apparaten moet trekken en ermee naar de politici moeten gaan. Die zijn hier makkelijker voor te winnen.”
Niels: “Corona dwingt ons wel om ons opnieuw af te vragen wat we nu eigenlijk willen. Wil je drukke ov-stromen in leven houden? Prima, logisch. Maar wil je ook de haarvaten behouden, voor sociale inclusie bijvoorbeeld? Ook goed, maar maak helder waar je het voor doet, dan kun je doordachte keuzes maken. Nu is niet altijd even duidelijk waar we iets voor doen en wat dat mag kosten.”

Vertrouwen
Minder reizigers nu, onzekerheid voor de toekomst, wel kansen, maar alleen na (fors) bijsturen – het is bepaald geen goednieuwsshow aan tafel. Maar de sfeer is er ook een van aanpakken.

Wilko: “Ik heb vertrouwen in toekomst. In 2020 liggen we als openbaar vervoer op de IC: aan de beademing en de hartbewaking. In het eerste deel van 2021 gaan we naar het revalidatiecentrum en daarna staan we weer op eigen benen. Maar het is net als met iemand die echt aan de hartbewaking heeft gelegen. Die gaat daarna niet op dezelfde voet verder, maar zal voortaan meer bewegen en gezonder eten. Dat voorzie ik voor het ov: dat we doorvoeren wat nodig is voor een gezond vervoersysteem. Wat dat aangaat is corona een enabler.”
Griet: “Ik hoop vooral dat de politiek en overheid hebben geleerd dat de bevolking veranderingen aankan. Ga niet achteroverleunen en wachten tot mensen hun gedrag aanpassen, maar pas je beleid aan. Rekeningrijden op de weg of prijsdifferentiatie in het ov? We kunnen het hebben.”