De impact van nieuwe mobiliteitsdiensten op ov en autobezit

Deelfietsen, deelscooters, deelauto’s, ride pooling, ride hailing, ride selling – de lijst nieuwe mobiliteitsdiensten is even divers als lang. Maar wat is de impact van deze Mobility as a Service-diensten op het meer traditionele vervoer? En wat betekenen ze voor het milieu? In opdracht van de Duitse overheid zocht een team onder leiding van PTV Group dat uit.

De opdrachtgever van de studie was het Bundesministerium für Verkehr und digitale Infrastruktur. Een team met deskundigen van PTV Group, Fraunhofer ISI en M-Five onderzocht voor dit ministerie hoe nieuwe mobiliteitsdiensten zich tot 2030 en 2050 zullen ontwikkelen – en in hoeverre dat het gebruik van de eigen auto en van het openbaar vervoer raakt.

Aanpak
De onderzoekers hebben eerst een overzicht gemaakt van het huidige mobiliteitsaanbod en de vraag hiernaar. Voor autobezitters en ov-gebruikers zijn daarna apart de pull in– en de push out-factoren bepaald: wat maakt de nieuwe mobiliteitsdiensten aantrekkelijk (pull in) en wat stoot juist af (push out)? Voor veel autobezitters zijn ‘kosten’ bijvoorbeeld een pull-in: een deelauto is immers al snel goedkoper dan een eigen auto. Het aspect ‘privacy en vrijheid’ is voor diezelfde autobezitters juist een flinke belemmering (push-out) om over te stappen op nieuwe diensten.

Voor de doeljaren 2030 en 2050 zijn daarna twee mogelijke toekomstscenario’s uitgewerkt. Scenario A, Voorzichtige mobiliteitsverandering, gaat ervan uit dat bijna alles blijft zoals het nu is. De autoriteiten zullen de wettelijke barrières voor on-demand services en andere nieuwe mobiliteitsvormen verder verlagen, maar voor het overige blijft hun vervoersbeleid ongewijzigd.
Scenario B betreft een Uitgebreide mobiliteitsverandering. In dit scenario kiezen overheden juist voor een meer ‘holistische’, geïntegreerde aanpak met duurzaamheid als belangrijk doel. Zo worden het (lokale) openbaar vervoer, fietsen en lopen actief gestimuleerd.

Wat netwerken betreft definieerden de onderzoekers vier typen: de grote stad, stedelijke gebieden, landelijke gebieden met dorpskernen en dunbevolkte plattelandsgebieden.

Resultaten
PTV-modelsoftware is vervolgens per scenario, type netwerk en doeljaar gaan rekenen. Hoe efficiënt zijn het ride-hailingaanbod en de on-demand services in de betreffende netwerken? Wat gebeurt er met het totale aantal kilometers dat door alle vervoermiddelen wordt afgelegd? Is er een verschuiving in het gebruik van modaliteiten?

In scenario A, Voorzichtige mobiliteitsverandering, is het nieuwe mobiliteitsaanbod goed voor 5 procent van het totale vervoersaanbod in 2030. In 2050 stijgt dit aandeel tot ca. 9 procent. De nieuwe diensten gaan vooral ten koste van het ov.
Nieuwe en verbeterde mobiliteitsdiensten creëren in eerste instantie nieuwe mogelijkheden, wat betekent dat ze de mobiliteit van de bevolking in zijn geheel vergroten. Het aantal kilometers dat met alle vervoersmiddelen wordt afgelegd stijgt tegen 2030 dan ook met 1,2 procent. Ondanks deze extra kilometers verminderen broeikasgasemissies licht, met 1,8 procent.

De verschuivingen en milieu-effecten zijn in scenario B, Uitgebreide mobiliteitsverandering, veel sterker. De nieuwe mobiliteitsvormen hebben een aandeel van 11 procent in 2030 en van bijna 17 procent in 2050. In dit scenario gaat die groei vooral ten koste van het privégebruik van auto’s – in stedelijke gebieden levert de auto maar liefst 14 procent in.
Het totaal aantal afgelegde kilometers neemt af met 8 procent tegen 2030. Ook de milieueffecten zijn hoopgevend: scenario B vermindert de CO2-uitstoot met 13 procent.

Conclusies
Gezien de enorme milieu-uitdagingen waarmee overheden zich geconfronteerd zien, is scenario B uiteraard te prefereren. Om dat te bereiken zullen de autoriteiten het nieuwe mobiliteitsaanbod niet slechts moeten promoten en faciliteren – alsof het daarna vanzelf loopt. Conform de uitgangspunten van modelscenario B zullen ze tegelijkertijd het ov en niet-gemotoriseerd vervoer (lopen, fietsen) moeten versterken en aan het nieuwe mobiliteitsaanbod koppelen. Ook moet autobezit minder aantrekkelijk worden gemaakt. Met die begeleiding van bovenaf kan het mobiliteitssysteem écht worden opgeschud.

Het rapport ‘Verlagerungswirkungen und Umwelteffekte veränderter Mobilitätskonzepte im Personenverkehr’, november 2019, kunt u via deze pagina downloaden.

____

De auteurs
Robin Huizenga is business manager Traffic Benelux en Scandinavië van PTV Group.