De uitrol van de iVRI: de eerste ervaringen

In 2018 zijn de partijen in het partnership Talking Traffic begonnen met de uitrol van intelligente verkeersregelinstallaties, iVRI’s. Het implementeren van deze innovatie gaat uiteraard niet zonder horten en stoten, maar – positief ingestoken – er is wel een hoop geleerd. We vroegen Sandra Kamphuis en Hans Dombeek van Sweco om op een rij te zetten wat er volgens hen goed gaat en wat nog beter moet.
 
 
Ook Sweco neemt deel aan het partnership Talking Traffic. Het product dat we in dit kader hebben ontwikkeld, is Smart Traffic: een ITS-applicatie waarmee we vanuit de cloud iVRI’s kunnen aansturen. Sinds we met de uitrol van iVRI’s en onze Smart Traffic-applicatie zijn begonnen, hebben we een schat aan ervaringen opgedaan. Veel gaat goed, maar duidelijk is ook dat we wat de implementatie en ingebruikneming van iVRI’s betreft, nog stappen te maken hebben.

In deze bijdrage delen we onze ervaringen aan de hand van de drie use cases van Talking Traffic: Optimaliseren, Prioriteren en Informeren. Ook gaan we kort in op de samenwerking tussen marktpartijen en op het beheer van iVRI’s.

Optimaliseren
De bedoeling van de use case Optimaliseren is dat de doorstroming op het kruispunt of netwerk verbetert. Aan de basis van deze optimalisatie staan actuele data over onder meer de locatie en snelheid van voertuigen. Momenteel leunen de Talking Traffic-applicaties nog zwaar op de vertrouwde lusdata en floating car data (FCD), maar ze zijn al wel klaar voor de veel rijkere data uit ‘pratende’ voertuigen – voertuigen die rechtstreeks communiceren met de iVRI.

Iedere leverancier biedt voor deze use case z’n eigen oplossing, met een steeds net iets andere aanpak en unieke algoritmes. Onze Smart Traffic-applicatie bijvoorbeeld combineert data van FCD, lussen en camera’s. Het systeem analyseert de data in een real-time verkeersmodel en rekent de mogelijke standen van de verkeerslichten door: wat zou dat betekenen voor het verkeer? Smart Traffic kiest vervolgens de stand die het beste aan de beleidsdoelen voldoet.

Mooi is dat ondanks het nog kleine aandeel van pratende voertuigen het verkeerskundig effect op straat van de Optimaliseren-applicaties groot is. Onze eerste ervaringen met Smart Traffic is dat de doorstroming ter plaatse met ten minste 20% verbetert.

Prioriteren
Binnen de use case Prioriteren kan de wegbeheerder prioriteit verlenen aan bijvoorbeeld hulpdiensten, openbaar vervoer en vrachtverkeer. De Talking Traffic-applicaties gebruiken hierbij de Europese protocollen Signal Request Message (SRM) en Signal Status Message (SSM): een prioriteitsvoertuig vraagt prioriteit aan via een SRM-bericht en de ITS-applicatie antwoordt met een SSM-bericht. Een voertuig kan op deze wijze eerder prioriteit aanvragen: een SRM werkt immers op basis van de positie van het voertuig en is niet afhankelijk van een baken langs de weg. Nuttig is ook dat de ITS-applicatie kan terugkoppelen of de prioriteit geaccepteerd is en wat de reden is van een eventuele afwijzing.

Deze aanpak heeft duidelijke voordelen boven de bestaande methodes KAR en VECOM: die vereisen nog een wirwar van lokale prioriteitslogica in de programmacode van de VRI’s. Maar wil het nieuwe prioriteren goed werken dan is het wel zaak dat de voertuigen (of nauwkeuriger: de applicaties waarmee de voertuigen prioriteit aanvragen) de SRM-berichten goed vullen en dat de ITS-applicatie de SRM-verzoeken goed uitvoert. Nog niet op alle kruispunten leidt dit samenspel tot het verwachte effect.

Een ander aandachtspunt is de Priority Broker Configurator (PBC). Deze tool wordt ontwikkeld om conflicten te voorkomen als meerdere voertuigen tegelijk prioriteit aanvragen. Wegbeheerders kunnen in de PBC de beleidsregels voor het prioriteren vastleggen: in welke gevallen krijgen welke voertuigen prioriteit toegekend, rekening houdend met bijvoorbeeld lijnnummer of vertraging (openbaar vervoer), voeren van blauw licht of sirene (nood- en hulpdiensten), of bepaalde soorten lading (stadslogistiek)? Bij het afwegen van alle belangen kijkt de tool ook naar de verwachte aankomsttijd van het voertuig op het kruispunt.
De PBC is er echter nog niet overal. Het is dan ook belangrijk dat we binnen Talking Traffic een keuze maken: hoe vangen we dit op? Willen we dat de ITS-applicaties deze dienst leveren totdat de PBC operationeel is? In dat geval is het wel nodig dat daar de middelen voor worden gecreëerd.

Informeren
In de use case Informeren zijn iVRI-applicaties ontwikkeld die via een zogenaamd SPaT-bericht informatie delen over de regeling, zoals tijd tot groen of tijd tot rood. Die informatie leidt tot meer comfort, maar mogelijk ook tot een betere doorstroming: apps of voertuigsystemen kunnen de informatie immers gebruiken om een persoonlijk snelheidsadvies te geven, zoals “hou 40 km/uur aan voor groen”.

Deze toepassing werkt in de praktijk goed, al zijn er nog te weinig gebruikers om de applicaties te beproeven op robuustheid. Meer gebruikers zijn ook nodig om meer feedback te krijgen, zodat de dienst verder verfijnd kan worden en we eventuele problemen kunnen tackelen.

Een heel specifiek probleem dat sowieso aandacht verdient, is het mogelijke conflict tussen de use cases Informeren en Optimaliseren. Informeren is namelijk gebaat bij tijdige duidelijkheid over de groentijd, terwijl Optimaliseren die groentijden misschien op het laatste moment wil aanpassen, al naar gelang het verkeer. Zoals het er nu voorstaat zal een wegbeheerder vaak nog moeten kiezen: óf Informeren óf Optimaliseren. Als Sweco proberen we juist om beide use cases in één aanpak te vangen: door gebruik te maken van een voorspellend model en een instelbare voorspellingshorizon lukt het Smart Traffic om zowel te optimaliseren als betrouwbaar te informeren. Ook voor dit punt geldt echter dat het aantal gebruikers omhoog moet om de dienst te kunnen perfectioneren.

Samenwerking binnen de markt
Tot zover enkele lessen rond de use cases van Talking Traffic. Dan de samenwerking tussen marktpartijen. Eén belangrijk uitgangspunt van Talking Traffic is dat de verschillende ITS-systemen voor iVRI’s leveranciersonafhankelijk zijn. Een wegbeheerder moet dus vrijelijk kunnen ‘shoppen’ en zou dan toch alles probleemloos aan elkaar moeten kunnen knopen. Dat vereist een goede technische compatibiliteit – maar ook een goede samenwerking tussen marktpartijen.

Dat gaat gelukkig al heel vaak goed. Zodra er echter een probleem ontstaat in de aansturing vanuit de iVRI-applicatie, schort het samenwerken een beetje. Vaak is niet duidelijk waardoor het misgaat en wie er verantwoordelijk voor is. Deze onzekerheid kost tijd en ook veel energie: de markt moet duidelijk nog wennen aan deze vorm van samenwerking. Wat we alleen nu zien gebeuren, is dat veel wegbeheerders dit gedoe maar omzeilen door alles van één enkele leverancier te betrekken. Maar daarmee verkleinen we juist de kans op gezamenlijke innovatie en missen we het doel van Talking Traffic.

Dit kunnen we alleen maar voorkomen door wegbeheerders die ervoor kiezen om niet alles bij één leverancier te bestellen, extra te steunen. Op deze manier motiveren we ze om de innovatie verder te brengen.

Beheer
Tot slot is er nog het aandachtspunt beheer. Het is van essentieel belang de uitdagingen rond dit thema bespreekbaar te maken. De komst van de iVRI betekent een andere rol voor de wegbeheerder, andere verantwoordelijkheden, andere werkzaamheden en een andere manier van werken. We nemen nu niet de tijd om daar gezamenlijk invulling aan te geven. We moeten ook tijd reserveren voor het opzetten en vertrouwd raken met ‘beheer nieuwe stijl’: zo’n ingrijpende verandering is nooit één-twee-drie geklaard. Wat dat betreft mag de Talking Traffic-trein best wel ietsjes vaart minderen – als de wegbeheerders maar aan boord blijven.

____

De auteur
Sandra Kamphuis en Hans Dombeek zijn respectievelijk productmanager en deployment engineer bij Sweco.