Hoeveel verkeer rijdt er door mijn straat? Om hoeveel fietsers gaat het? Om hoeveel auto’s en vrachtauto’s? Houdt iedereen zich wel aan de snelheid? Het zijn simpele vragen, maar van de ‘gewone’ straten in de ‘gewone’ woonwijken weten we de antwoorden vaak niet of onvoldoende. Provincie Utrecht wil daar wat aan doen en zet Telraam-technologie in.
Aan de basis van goed verkeersbeleid en verkeersmanagement staan data. Die data worden meestal ingewonnen op de belangrijkste en drukste plekken in het verkeerskundig netwerk. De kosten blijven zo een beetje binnen de perken – die inductielussen en camera’s zijn niet goedkoop – en voor de meeste verkeerskundige toepassingen is dat selectief data inwinnen ruim voldoende.
De keerzijde is wel dat je zo eigenlijk alleen de hoofdwegen goed in beeld brengt. De rustige straten blijven onderbelicht, terwijl het leven van inwoners zich grotendeels juist daar afspeelt: in die ‘gewone’ straten in de ‘gewone’ wijken wordt gewoond, gewerkt en geshopt, en gaan de kinderen naar school. Vaak hebben wegbeheerders wel een algemeen beeld van de verkeerssituatie ter plaatse en is ook bekend waar inwoners overlast ervaren. Maar ondersteunende data om beleid te formuleren, gerichte maatregelen te treffen en de bewoners goed van dienst te zijn, zijn er vaak niet.
Gezond stedelijk leven
De regio Utrecht is een van de meest competitieve regio’s van Europa. De provincie wil deze positie graag behouden en uitbouwen, en spant zich daarom in om het woon- en vestigingsklimaat gezond en leefbaar te houden. De insteek is om daarbij altijd datagericht (= onderbouwd) te werk te gaan.
Om een scherper beeld te krijgen van het leefklimaat in juist die onderbelichte straten en wijken, is de provincie Utrecht in 2021 een interessante data-inwinpilot gestart. De provincie was al enige jaren betrokken bij het project Snuffelfiets, waarbij inwoners met een sensor op hun fiets metingen doen van de luchtkwaliteit en hun fietsroutes in kaart brengen. Deze samenwerking met inwoners beviel de provincie uitstekend: het leverde niet alleen prima data op, maar bleek ook een middel om de dialoog tussen inwoners en overheid te vergemakkelijken.
Dat succes deed de provincie besluiten om ook voor verkeerstellingen en -metingen in de wijken de hulp van burgers in te roepen. De provincie kwam vervolgens uit op de tool Telraam, waarmee inwoners zelf het verkeer in hun straat kunnen monitoren.
Telraam is een initiatief van Transport & Mobility Leuven, Mobiel 21 en webbureau Waanz.in. Zij ontwikkelden in 2018 een low cost meetsysteem dat burgers eenvoudig in het kozijn op de eerste verdieping van hun huis kunnen plaatsen. Het systeem bestaat uit een Raspberry Pi-microcomputer plus een lage-resolutiecamera. De data die deze installatie tijdens daguren (zolang het licht is) genereert – de gedetecteerde ‘objecten’ – worden via het wifi-netwerk in huis veilig naar een centrale server gestuurd. De objecten worden met behulp van wiskundige clusteringtechnieken herkend en geteld als vrachtwagens, auto’s, fietsers of voetgangers. De Telraam-data zijn ook voldoende nauwkeurig om een indicatie te geven van de gemiddelde snelheid van auto’s en van de rijrichting. Alle data worden op een eenvoudige en transparante manier ontsloten via de website www.telraam.net.
Pilot
Aan de pilot doen twintig inwoners mee uit tien gemeenten, waaronder Nieuwegein, Houten en Amersfoort. Tijdens een evaluatieperiode, die liep van februari tot december 2021, is vooral gekeken naar de technische haalbaarheid en de praktische toepasbaarheid van het meetsysteem.
De twintig Telramen die actief zijn in de provincie Utrecht, blijken erg relevante info op te leveren. In een jaar tijd hebben de Telramen 67.000 uren aan verkeerstellingen gedaan. Voor de pilot was een selectie van locaties met sterk verschillende verkeersintensiteiten gekozen, van zeer rustig of vooral fietsverkeer tot grote aantallen auto’s en zwaar verkeer. Voor alle deelnemende straten kon worden vastgesteld wat voor verkeer erdoorheen komt: de camera maakt prima onderscheid tussen langzaam verkeer, auto’s en vrachtwagens. Uit pilots in België was al duidelijk dat de foutmarge bij het identificeren van de modaliteit +/- 10 procent is – ruim voldoende om bijvoorbeeld de algemene drukte op de betreffende wegen af te leiden en om periodes van piekbelastingen te identificeren.
Ook de snelheidsmetingen waren interessant. Uit de data van de pilot bleek dat mensen zich minder goed aan de snelheid houden als het rustiger is op straat, zoals ‘s ochtends vroeg. Het algemene beeld was: hoe rustiger op straat, hoe sneller er wordt gereden. Verder konden uit de Telraam-cijfers de impacts van wegomleidingen, wegwerkzaamheden of de tijdelijke sluiting van een grote supermarkt worden afgeleid.
Samenwerking met inwoners
Maar de pilot levert niet alleen verkeersdata op. Net als bij het project Snuffelfiets bleek ook hier dat de samenwerking met de inwoners al winst op zich is. De deelnemers van de pilot zijn heel enthousiast en betrokken. Mensen doen mee vanuit positieve interesse in burgerwetenschap en open data of meer specifiek vanuit overlastproblematiek in hun straat of wijk. Het dashboard wordt veelvuldig geconsulteerd en bewoners gaan er actief mee aan de slag. Sommige deelnemers zijn zelfs in gesprek gegaan met gemeenten over de resultaten van de verkeerstellingen.
Deze vorm van citizen science of burgerwetenschap is een vrij nieuwe en sterk groeiende vorm van inwonerparticipatie. De data zorgen voor het ‘objectiveren van het buikgevoel’ en onderbouwen in veel gevallen een probleemsituatie die burgers in staat stelt om een dossier aanhangig te maken bij de wegbeheerders. Andersom kan het meten ook een bepaalde perceptie ontkrachten. De meetdata kunnen bijvoorbeeld hard maken dat de verkeersvolumes wel degelijk beperkt blijven in functie van de wegcategorisering of dat een oplossing met een knip (doorgaand autoverkeer onmogelijk maken) een aantoonbaar nadelig effect heeft voor aanpalende straten.
Opschaling naar 300
In december 2021 hebben de provincie Utrecht en de partners Natuur en Milieufederatie Utrecht, het Milieucentrum Utrecht en Telraam besloten om de pilot op te schalen. Het doel is nu om in de loop van 2022 het aantal Telramen in de provincie uit te breiden tot 300.
Met dit grotere aantal Telramen in de regio hoopt de provincie meer inzicht te krijgen in de verkeerssituatie in de haarvaten van het netwerk. Naar verwachting is het aantal en de spreiding van de nieuwe telpunten groot genoeg om een algemeen beeld van bepaalde typen (woon)straten te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan wat schoolverkeer of bezorgdiensten in een bepaalde straat doen met de leefbaarheid. Daarnaast kunnen de gegevens als input dienen voor het toetsen of misschien wel kalibreren van verkeersmodellen. Door het open karakter van de data zijn ze ook in bredere (wetenschappelijke) studies toepasbaar.
Meer telpunten in wijken betekent natuurlijk ook dat wegbeheerders en inwoners onderbouwd met elkaar in overleg kunnen of met aannemers en andere organisaties. Het ‘gezamenlijk’ verzamelen en analyseren van data, levert een relevante dialoog op!
Voor de provincie is het werken met deze betrekkelijk nieuwe vorm van gegevens inwinnen bovenal een manier om datagericht te werken aan een provincie waar mensen prettig wonen, werken en recreëren.
____
De auteurs
Jeannine van Bree MSc. is projectleider van Natuur en Milieufederatie Utrecht.
Ing. Eric van Dijk is beleidsmedewerker Slimme mobiliteit van provincie Utrecht.
Ing. Wouter Florizoone is manager Project & Product Development van Telraam.net.